maken het mogelijk dat het product gedurende de
levensduur op de juiste manier blijft functioneren.
BESCHRIJVING
De nummers in deze tekst verwijzen naar de
diagrammen op pagina 2-3.
1. Beschermkap
2. Schakelaar
3. Drukschakelaar
4. Drukregelaar
5. Snelkoppeling (uitlaat)
6. Drukmeter (werkdruk)
7. Drukmeter (tankdruk)
8. Veiligheidsklep
9. Handgreep
10. Drukleiding
11. Aftapkraan
12. Luchtinlaat
13. Luchtfilter
14. Overbelastingssschakelaar
15. Slang
16. Rubberen pootjes
3. MONTAGE
Schakel de machine altijd uit voordat u met
de montage start en trek de stekker uit het
stopcontact.
Het monteren van het luchtfilter (Afb. A, B)
1. Verwijder het transportdeksel en vervang deze
met het meegeleverde luchtfilter (13), voordat
de compressor gebruikt gaat worden.
2. Monteer het luchtfilter (13) door het luchtfilter
(13) naar rechts op de luchtinlaat (12) vast te
schroeven, zoals wordt weergegeven in afbeel-
ding B.
Het plaatsen van de compressor
• De compressor moet in een geventileerde en
droge omgeving worden geïnstalleerd.
• Controleer of de compressor op een horizontale
en stabiele ondergrond is geplaatst.
• Plaats de compressor op een vlakke onder-
grond, of op een ondergrond met een maximale
helling van 10°, in een goed geventileerde ruim-
te, beschermd tegen atmosferische factoren en
niet in explosieve omgevingen.
• Als de ondergrond een gladde helling heeft,
controleer dan of de compressor tijdens de
WWW.VONROC.COM
werking niet zal verplaatsen.
• Voor een juiste ventilatie en een effectieve
koeling, is het belangrijk dat de compressor
tenminste een afstand van 50 cm van de muur
of een voorwerp heeft.
• Zorg ervoor dat de compressor op de juiste
manier wordt vervoerd, zet de compressor niet
ondersteboven en hef de compressor niet met
haken of touwen/kabels.
4. WERKING
Voorafgaand aan het eerste gebruik, moet u
eerst de compressor volledig monteren.
Lange netsnoeren, verlengsnoeren,
kabelhaspels etc. kunnen de spanning
verlagen wat het starten van de motor kan
belemmeren. Gebruik geen kabels die
langer zijn dan 10 meter. Vonroc adviseert
om in plaats daarvan een langere luchts-
lang te gebruiken.
Het kan moeilijker zijn om de motor te
starten als de temperatuur lager is dan 5 °C.
De samenstelling van de leiding voor de
bovenkant/cilinder/transmissie kan hoge
temperaturen bereiken, wees daarom
voorzichtig als u vlakbij deze onderdelen
werkt en raak de onderdelen niet aan zodat
brandwonden worden voorkomen.
Opstarten (Afb. A)
1. Controleer of de netspanning overeenkomt met
hetgeen op het plaatje voor de specificatie van
de elektriciteit staat.
2. Zet de AAN/UIT-schakelaar (2) in de stand 'O'
om de compressor uit te schakelen.
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Zet de AAN/UIT-schakelaar (2) in de stand 'I' om
de compressor in te schakelen.
5. De compressor werkt volledig automatisch.
De drukschakelaar (3) stopt de compressor
als de maximale waarde is bereikt en start de
compressor als de druk onder de minimale
waarde daalt. De drukschakelaar (3) wordt op
de fabriek ingesteld. In het algemeen is het
verschil van de druk tussen de maximale en de
minimale waarde ca. 2 bar/29 psi. De compres-
sor stopt als de waarde 8 bar (116 psi) wordt
NL
23