8. Onderhoud van zaagketting en kettinggeleider
■ Zaagketting
Het is heel belangrijk voor een gelijkmatig en veilig machinebedrijf dat u de
snijtanden steeds scherp houdt.
De snijtanden moeten worden geslepen als:
•
Zaagsel poederachtig wordt.
•
U extra kracht moet uitoefenen om te zagen.
•
Het zaagpad niet rechtdoor loopt.
•
Trilling toeneemt.
•
Brandstofverbruik stijgt.
Snijtandenafstelstandaarden:
Zorg dat u werkhandschoenen draagt
Vooraleer de snijtanden te vijlen:
•
Zorg dat de zaagketting stevig wordt vastgehouden.
•
Zorg dat de motor is uitgezet.
•
Gebruik een ronde vijl of een vijl van gepast formaat voor de ketting.
Kettingtype: 3/8 LP-44 / geleiden AP12-44-509P
Vijlgrootte:
5/32 in (4,0 mm)
Plaats de vijl op de snijtand en duw recht naar voor. Houd de vijl in de positie aangegeven op
de afbeelding.
Na het vijlen van elke snijtand moet u de dieptemeter controleren en bijvijlen tot het gepaste
niveau zoals op de afbeelding.
Gepaste tandenmaatmeetlat
Maak de schouder rond
Dieptemaatstandaard
(0,64 mm.)
69