Uitrusting
6 Uitrusting
De uitrusting van uw apparaat is mo-
Uitrusting
delafhankelijk.
6.1 Legplateau
Om de schappen naar wens te varië-
ren, kunt u het schap uitnemen en op
een andere positie weer plaatsen.
→ "Plateau verwijderen", Pagina 103
6.2 Flessenrek
Bewaar flessen veilig op het flessen-
rek.
Om het flessenrek naar wens te vari-
ëren, kunt u het flessenrek verwijde-
ren en op een andere plaats weer te-
rugzetten.
→ "Plateau verwijderen", Pagina 103
6.3 Bewaarlade
In de bewaarlade heersen lagere
temperaturen dan in het koelvak.
Temperaturen onder 0 °C kunnen tij-
delijk optreden.
Om temperaturen in de buurt van
0°C in de bewaarladen te bereiken,
de koelvaktemperatuur op 2°C instel-
len. → Pagina 97
Gebruik de lagere temperaturen in
de lade om snel bedervende levens-
middelen te bewaren, bijv. vis, vlees
en worst.
6.4 Fruit- en groentelade met
vochtigheidsregelaar
Bewaar vers fruit en groente onver-
pakt in de fruit- en groentelade.
Bewaar gesneden fruit en groente af-
gedekt of luchtdicht verpakt.
Met de vochtigheidsregelaar kunt u
de luchtvochtigheid in de fruit- en
groentelade aanpassen. Hierdoor
kunt u vers fruit en verse groente lan-
ger bewaren als bij een conventione-
le bewaarmethode.
→ Fig.
3
De luchtvochtigheid in de fruit- en
groentelade kunt u afhankelijk van
het soort en de hoeveelheid
bewaarde levensmiddelen door het
verschuiven van de
vochtigheidsregelaar instellen:
¡ Lage luchtvochtigheid
gend bewaren van fruit, gemeng-
de- of hoge belading.
¡ Hoge luchtvochtigheid
wegend bewaren van groente of
bij geringe belading.
Afhankelijk van de soort levensmid-
delen en de hoeveelheid kan zich in
de fruit- en groentelade condenswa-
ter vormen.
Het condenswater verwijderen met
een droge doek en een lage lucht-
vochtigheid via de vochtigheidsrege-
laar instellen.
Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit
en het aroma behouden blijven, moet
u koudegevoelig fruit en groente bui-
ten het apparaat bewaren bij tempe-
raturen van ca. 8 °C tot 12 °C, bijv.
ananas, bananen, citrusvruchten, au-
gurken, courgette, paprika, tomaten
en aardappelen.
6.5 Boter- en kaasvak
Bewaar boter en harde kaas in het
boter- en kaasvak.
Om het boter- en kaasvak te openen,
drukt u licht midden-onder op de
klep.
Opmerking: Het vak wordt naar on-
deren geopend. De klep schuift on-
der het vak.
→ Fig.
4
Uitrusting nl
bij overwe-
bij over-
95