De hoeveelheid wasmiddel aanpassen
De te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangt af van
de hoeveelheid was, de mate van bevuiling en de
waterhardheid.
• Gebruik niet meer dan de doseerhoeveelheid aanbevolen
op de verpakking van het wasmiddel om problemen
te vermijden van buitensporig schuim, slecht spoelen,
financiële besparingen en tenslotte milieubescherming.
• Gebruik minder wasmiddel voor kleine hoeveelheden of
lichtbevuilde kleding.
Wasverzachters gebruiken
Plaats de verzachter in het wasverzachtervak van de
wasmiddellade.
• Overschrijd het (>max<) niveau in het wasverzachtervak
niet.
• Indien de verzachter niet erg vloeibaar meer is, verdun
deze dan met water voor u deze in de wasmiddellade
plaatst.
Vloeibare wasmiddelen gebruiken
Als het product voorzien is van een houder voor
vloeibaar wasmiddel:
• Verzeker u ervan dat u de houder voor vloeibaar
wasmiddel in het vak nr. "2".
• Indien het vloeibare wasmiddel niet erg vloeibaar meer
is, verdun het dan met water voor u dit in de houder voor
vloeibaar wasmiddel doet.
Als het product niet voorzien is van een houder voor
vloeibaar wasmiddel:
• Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de voorwas in
een programma met voorwas.
• Vloeibaar wasmiddel bevlekt uw kleding indien gebruikt
met de Uitgestelde Start functie. Als u de Uitgestelde
Start functie gaat gebruiken, gebruik dan geen vloeibaar
wasmiddel.
Gebruik van gel en wasmiddeltabletten
Gebruik de volgende instructies wanneer u een wastablet,
gel of gelijkaardige wasmiddelen gebruikt.
• Als het gelwasmiddel vloeibaar is en uw machine niet
voorzien is van een speciale houder voor vloeibaar
wasmiddel, doe het gelwasmiddel dan in het hoofdwasvak
tijdens de eerste watertoevoer. Als uw machine voorzien
is van een houder voor vloeibaar wasmiddel, doet u het
wasmiddel in deze houder voor u de machine start.
• Als het gelwasmiddel niet vloeibaar is of in een capsule
zit, doe deze dan direct in de trommel voor het wassen.
• Doe de wasmiddeltabletten in het hoofdwasvak (vak
nummer "2") of direct in de trommel voor het wassen.
8 / NL
C
Wasmiddeltabletten kunnen resten in het
wasmiddelvak achterlaten. Indien u dit verneemt,
doe de wasmiddeltabletten dan in het vervolg tussen
het wasgoed, dichtbij het onderste gedeelte van de
trommel.
C
Gebruik wasmiddeltabletten of -gel zonder de
voorwasfunctie te selecteren.
Gebruik van stijfsel
• Voeg vloeibaar stijfsel, poederstijfsel of verfstof in het
wasverzachtervak .
• Gebruik wasverzachter en stijfsel niet samen in een
wascyclus.
• Neem de binnenkant van de machine met een vochtige
en schone doek af na het gebruik van stijfsel.
Gebruik van bleekmiddel
• Selecteer een programma met voorwas en voeg
bleekmiddel toe aan het begin van de voorwas. Plaats
geen wasmiddel in het voorwasvak. Als alternatieve
toepassing selecteert u een programma met extra
spoeling en voegt u bleekmiddel toe terwijl de machine
water neemt van het wasmiddelvak tijdens de eerste
spoelfase.
• Gebruik geen bleekmiddel gemengd met wasmiddel.
• Gebruik een kleine hoeveelheid (circa 50 ml) bleekmiddel
en spoel de kleding goed uit, want dit veroorzaakt
huidirritatie. Giet geen bleekmiddel op de kleding en
gebruik het niet op gekleurde kleding.
• Bij gebruik van op zuurstof gebaseerde bleekmiddelen,
kies dan een programma met een lagere temperatuur.
• Op zuurstof gebaseerde bleekmiddelen kunnen samen
gebruikt worden met wasmiddelen; maar als de
consistentie niet gelijk is aan die van het wasmiddel,
doe dan het wasmiddel eerst in het vak nr. "2" in de
wasmiddellade en wacht tot het wasmiddel weggespoeld
wordt terwijl de machine water opneemt. Voeg het
bleekmiddel aan hetzelfde vak toe terwijl de machine nog
steeds water opneemt.
Antikalkproducten gebruiken
• Gebruik, indien nodig, slechts antikalkmiddelen die
speciaal voor wasmachines zijn gemaakt.
Wasmachine / Gebruiker Handleiding