GEBUWIN MR500 Manuel D'utilisation page 5

Band montage
Voor de keuze van de hijsband dient tabel 1 geraadpleegd te worden.
Zorg dat de borgplaat t.b.v. de hijsband op de juiste manier aan de trommel bevestigd wordt.
De band moet van achter de trommel naar boven aflopen. Echter bij sommige uitvoeringen kan de band ook van
onderen horizontaal naar achteren lopen.
Pas op:
Bij een verkeerde bandlooprichting werkt de rem niet.
De bandlengte dient zodanig te zijn dat bij de last in de onderste positie er minstens 3 windingen op de trommel
blijven.
3.4. Ingebruikname
De lier is uitgerust met een wormwieloverbrenging. Om een lange levensduur te garanderen adviseren wij om de lier in te laten lopen. Laat
de lier met circa 50% van de nominale last circa 5 volle trommel- omwentelingen maken. Verwijder de beschermkap en verdeel het vet met
een kwast opnieuw over de wormwiel en de worm. Monteer de afschermkap weer. De lier is nu klaar voor gebruik. Voor het goed laten
functioneren van de lastdrukrem moet de lier minimaal met ca. 10% van de nominale last belast worden.
Controleer voor elk gebruik of de overbrenging nog voldoende in het vet zit, dit voorkomt "vreten" en oververhitting.
3.5. Bediening
De lieren zijn alleen geschikt voor handbediening. Hijsen van de last gebeurt door de slinger in de richting van de wijzers van de klok te
draaien. Dalen van de last gebeurt door de slinger in tegengestelde richting van de wijzers van de klok te draaien.
De FS en FSB type lieren zijn uitgerust met een vrijloop functie (FS) voor de kabeltrommel. Ga als volgt te werk om de kabeltrommel de koppelen of te ontkoppelen.
Om de vrijloophandel van de vrijloopfunctie te kunnen bedienen mag er geen last aanwezig zijn op de kabeltrommel.
Ontkoppelen
Om de kabeltrommel vrij te krijgen gaat u als volgt te werk. Draai eerst de kabel trommel ca. 40 mm in richting A, draai daarna de vrijloophandel (rood) in richting C. De
kabeltrommel is nu vrij.
Koppelen
Draai de vrijloophandel in richting B. Draai aan de kabeltrommel tot deze
blokkeert. De lier is nu klaar om te hijsen.
De FSB uitvoeringen zijn voorzien van een instelbare slipkoppeling. De
slipkoppeling zorgt ervoor dat de kabel in vrijloop toestand gecontroleerd kan
worden afgewikkeld. De slipkoppeling kan worden ingesteld door de 4
instelschroeven gelijkmatig uit of in te draaien. Hierdoor worden de schotelveren
onder de juiste spanning gezet.
3.6. ATEX
De lieren met EX codering zijn te gebruiken in ATEX zones 2 en 22. Daarnaast is er een onderscheidt gemaakt in de codering voor de wormwiel lieren (WW), tandwiel
lieren (TL) en wormwiel marine (MR) uitvoering lieren. Zie typeplaatje voor bijbehorende codering.
De coderingen hebben de volgende betekenis:
a. CE markering conform de Europese Machinerichtlijn
b. Ex markering ten behoeve van de explosie veiligheid
c. Groep II voor gebruik in alle omgevingen (industrieel gebruik) behalve mijnbouw
d. Categorie 3 is het beschermingsniveau en geschikt voor of:
G (gasomgevingen)
D (stofomgevingen)
Gevolgd door 'Ex' (explosieveilig)
e. Geschikt voor of:
II (Gasgroep II)
III (Stofgroep III)
Onze marine (MR) lieren hebben in de gasgroep een hogere ontstekingsenergie (IIB) dan onze wormwiel en tandwiel (WW/TL) lieren (IIC).
De ontstekingsenergie van de stofgroep zijn voor alle type lieren hetzelfde, namelijk IIIC.
f. Temperatuurklasse voor of:
T4 (temperatuur <135 ºC), T135ºC (temperatuur <135 ºC)
5