Nederlands
Het afkortmes (1) is al in de beschermkap (2)
gemonteerd en mag niet worden uitgebouwd.
► Beschermkap (2) tot aan de aanslag in de
geleidingen van de behuizing schuiven.
De beschermkap (2) ligt gelijk met de behui‐
zing.
► Bouten (3) aanbrengen en vastdraaien.
Beschermkap (2) mag niet weer worden uitge‐
bouwd.
7.2
Afstandshouder monteren
► Motorzeis uitschakelen en de accu eruit
nemen.
2
► Uiteinden van de afstandshouder (1) in de
gaten (2) van de behuizingen aanbrengen.
De afstandshouder (1) hoeft niet opnieuw te wor‐
den gedemonteerd.
7.3
Maaikop aanbrengen en verwij‐
deren
7.3.1
Maaikop monteren
► Motorzeis uitschakelen en de accu eruit
nemen.
1
2
3
► Schoepenwiel (2) zo op de as (3) schuiven,
dat de schoepen van het schoepenwiel (2)
naar beneden zijn gericht.
Als het schoepenwiel niet is gemonteerd,
wordt de elektromotor niet voldoende gekoeld
en schakelt de motorzeis tijdens de werk‐
zaamheden uit.
► Schoepenwiel (2) vasthouden met de hand.
► Maaikop (1) op de as (3) plaatsen en met de
hand rechtsom en vastdraaien.
68
2
1
1
2
7.3.2
Maaikop demonteren
1
► Motorzeis uitschakelen en de accu eruit
nemen.
► Schoepenwiel (2) vasthouden met de hand.
► Maaikop (1) linksom losdraaien.
► Schoepenwiel wegnemen.
7.4
Mes monteren en demonteren
7.4.1
Messen monteren
► Motorzeis uitschakelen en de accu eruit
nemen.
► De messen tussen de 12 en 24 uur lang in
een bak met water leggen.
De messen worden elastisch.
2
1
1
► Mes (1) zo op de maaikop plaatsen dat de
huls (2) in de grote boring van het mes (1)
valt.
► Mes (1) naar buiten trekken tot de huls (2)
vastklikt in de kleine boring van het mes (1).
7.4.2
Messen demonteren
► Motorzeis uitschakelen en de accu eruit
nemen.
30°
2
1
► Mes (1) in de uitsparing in de maaikop druk‐
ken tot de huls (2) uit de kleine boring van het
mes (1) springt.
7 Motorzeis monteren
2
2
0458-039-9601-A