·
Vermijd direct zonlicht en warmte. Zonlicht kan de buitenkant van de koelkast aantasten. Warmte zal
voor een hoger verbruik zorgen.
·
Vermijd een te hoge vochtigheidsgraad. Te veel vocht in de lucht zal ervoor zorgen dat er te snel vorst
gevormd wordt in de koelkast.
·
Controleer voordat je de koelkast op de netvoeding aansluit of de spanning op het typeplaatje van
het apparaat overeenstemt met de spanning bij je thuis. Een andere spanning kan het apparaat
beschadigen.
·
De stekker is de enige manier om het apparaat van de voeding te ontkoppelen, zorg dat deze altijd
makkelijk bereikbaar is. Om de voeding naar het apparaat te ontkoppelen, schakel het apparaat uit en
haal vervolgens de stekker uit het stopcontact.
·
Het apparaat moet geaard zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door het
niet gebruiken van een aarding.
·
Voor oneffen oppervlakken kunnen de voorste stelvoetjes op één lijn worden gebracht.
·
Laat het toestel na installatie 24 uur staan vooraleer het aan te zetten. Zo kan het koelmiddel zich
zetten.
·
Laat het apparaat gedurende 8 uur werken zonder levensmiddelen zodat de kast tot de gepaste
temperatuur afkoelt.
·
Het toestel mag alleen binnen gebruikt worden.
·
De klimaatklasse geeft de minimale en maximale omgevingstemperatuur weer voor de goede
werking van een toestel. Je kan de klimaatklasse vinden op het typeplaatje aan de achterzijde van het
apparaat.
·
SN: Subnormaal: omgevingstemperatuur 10°C tot 32°C
·
N: Normaal: omgevingstemperatuur 16°C tot 32°C
·
ST: Subtropisch: omgevingstemperatuur 16°C tot 38°C
·
T: Tropisch: omgevingstemperatuur 16°C tot 43°C
GEBRUIK
TEMPERATUURREGELING
·
De interne temperatuur kan geregeld worden door de thermostaat, er zijn 8 verschillende standen. 1
is de warmste stand en 7 is de koudste. Stand 4 is de aanbevolen positie voor normaal gebruik. Om het
toestel uit te zetten, zet je de thermostaat op "0".
·
De werkingstijd en –temperatuur worden beïnvloed door de plaats waar de koelkast wordt gebruikt,
het aantal keer de deur wordt geopend en de temperatuur van de kamer waar de koelkast zich in
bevindt.
LEVENSMIDDELEN IN DE KOELKAST BEWAREN
De koelkast zorgt voor een langere bewaartijd van verse, beperkt houdbare levensmiddelen.
Bewaren van vers voedsel voor het beste resultaat:
·
Bewaar alleen zeer verse levensmiddelen van een goede kwaliteit.
·
Zorg dat de levensmiddelen goed zijn verpakt of afgedekt voordat je ze bewaart. Dit vermijdt dat de
levensmiddelen uitdrogen, bleker worden of aan smaak verliezen en zorgt voor een langere versheid.
Dit vermijdt tevens overdracht van geuren.
·
Zorg dat levensmiddelen met een sterke geur goed verpakt en afgedekt zijn en bewaar deze uit de
buurt van boter, melk en room en andere levensmiddelen die door een sterke geur aangetast kunnen
worden.
·
Laat warme levensmiddelen afkoelen voordat je ze in de koelkast plaatst.
6
DO985RKC