Brandstof bijvullen
Schakel de motor uit tijdens het bijvullen van brandstof,
houd het gereedschap uit de buurt van open vuur en rook
niet.
Vermijd huidcontact met minerale-olieproducten. Adem
de brandstofdampen
niet in. Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het
bijvullen van de brandstof. Zorg dat u de beschermende
kleding regelmatig vervangt en reinigt.
Wees voorzichtig geen brandstof of olie te morsen om
bodemverontreiniging te voorkomen (milieubescherming).
Reinig het multifunctionele aandrijfsysteem onmiddellijk
nadat brandstof erop is gemorst.
Vermijd dat brandstof in aanraking komt met uw kleding.
Kleed u onmiddellijk om als brandstof op uw kleding is
gemorst (om te voorkomen dat de kleding vlam vat).
Inspecteer de brandstofvuldop regelmatig om zeker te
zijn dat de dop stevig kan worden aangedraaid en niet
lekt.
Draai de brandstofvuldop stevig vast. Verplaats het
multifunctionele aandrijfsysteem voordat u de motor start
(tenminste 3 meters afstand tot de plaats waar brandstof
is bijgevuld.)
Vul nooit brandstof bij in een gesloten vertrek.
Brandstofdampen verzamelen zich vlak boven de vloer
(risico van explosie.)
Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde
tanks. Zorg dat de opgeslagen brandstof niet toegankelijk
is voor kinderen.
Gebruiksmethode
Gebruik het gereedschap alleen bij goed licht en zicht.
Wees in de winter bedacht op gladde of natte plaatsen,
ijs en sneeuw (gevaar voor uitglijden).
Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Maai nooit boven heuphoogte.
Werk nooit vanaf een ladder.
Klim nooit in een boom om daar met het gereedschap te
werken.
Werk nooit op onstabiele oppervlakken.
Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u binnen uw
werkbereik vindt.
Vreemde voorwerpen kunnen het snijgarnituur
beschadigen en gevaarlijke
terugslagen veroorzaken.
Voordat u begint te maaien, moet het snijgarnituur op
maximaal toerental draaien.
Bij gebruik van een metalen blad, zwaait u het
gereedschap gelijkmatig in halve cirkels van rechts naar
links, zoals een zeis wordt gebruikt.
Als gras of takken bekneld raken tussen het snijgarnituur
en de beschermkap, zet u altijd de motor uit voordat u ze
verwijdert. Als u dat toch doet, kan door onbedoeld
draaien van het snijblad ernstig letsel ontstaan.
Neem een pauze om te voorkomen dat u door
vermoeidheid de controle over het gereedschap verliest.
Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20 minuten te
rusten.
Snijgarnituren
Gebruik een geschikt snijgarnituur voor de geplande
werkzaamheden.
Nylondraad-snijkoppen (voor graskantmaaiers) zijn
geschikt voor het maaien van een gazon.
Metalen bladen zijn geschikt voor het maaien van onkruid,
hoog gras, struiken, heesters, ondergroei, bosjes en
dergelijke.
Gebruik nooit andere messenbladen, waaronder metalen
meerdelige kettingen en vlegelmessen. Als u dat toch
doet, kan ernstig letsel ontstaan.
Bij gebruik van een metalen blad voorkomt u dat
terugslag kan optreden en bent u altijd voorbereid op per
ongeluk optredende terugslag. Raadpleeg de
hoofdstukken "Terugslag" en "Voorkomen van terugslag".
Terugslag (stoot van het snijblad)
Terugslag (stoot van het snijblad) is een plotselinge
reactie op een klemzittend of vastgelopen metalen blad.
Zodra dit optreed wordt het gereedschap met grote
kracht zijwaarts of in de richting van de gebruiker
geworpen en kan het ernstig letsel veroorzaken.
32