All manuals and user guides at all-guides.com
2.6.3 Elektrische veiligheid
•
Controleer voor elk gebruik van de
machine, de voedingskabel en stekker op
beschadigingen.
•
Let op de spanning van het lichtnet!
De spanning van de stroombron moet
overeenkomen met de opgaven op het
typeplaatje op de machine.
•
Wanneer de machine op mobiele
stroombronnen (generatoren) wordt
aangesloten, kan het vermogen verminderen
of atypisch gedrag tijdens het inschakelen
ontstaan.
•
De machine mag niet worden gebruikt als
de kabel beschadigd is. Wanneer de kabel
tijdens het werken beschadigd raakt, mag de
beschadigde kabel niet aangeraakt worden
en moet de stekker uit stopcontact worden
getrokken.
•
Gebruik uitsluitend verlengkabels die
geschikt zijn voor het stroomverbruik van
de machine en een minimale aderdikte van
1,5 mm
hebben. Wanneer een kabelhaspel
2
wordt gebruikt, moet de kabel altijd helemaal
worden uitgerold.
•
Maak de ventilatiesleuven van de machine
regelmatig schoon door ze uit te blazen. In
geen geval een schroevendraaier of andere
voorwerpen in de ventilatiegleuven steken.
Dek de ventilatiegleuven niet af.
•
Als gevolg van externe elektromagnetische
storingen (bijv. schommelingen in de
spanning van het lichtnet) kan de machine
worden uitgeschakeld.
•
Gebruik geen gereedschap waarvoor
vloeibare koelmiddelen nodig zijn.
2.6.4 Veiligheid van personen
•
Draag persoonlijke veiligheidsmiddelen en
doe dit afhankelijk van de werksituatie:
volgelaatsmasker, oogbescherming
of veiligheidsbril, veiligheidshelm
en speciaal schort
Gehoorbescherming
Schokabsorberende handschoenen
Veiligheidsschoenen met antislip-
zool
Stofmasker, mond-
neus-filtermasker of
adembeschermingsmasker