Persoonlijke veiligheid
Het maaisysteem stopt niet onmiddellijk
wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
Het apparaat is uitsluitend ontwikkeld voor
gebruik als bosmaaier/trimmer. Gebruik de
bosmaaier/grastrimmer enkel voor werkzaamheden
waarvoor hij bedoeld is.
Blijf alert, kijk goed wat u doet, en gebruik uw
gezond verstand wanneer u werkt met
elektrisch gereedschap. Werk niet met elektrisch
gereedschap wanneer u moe bent of onder invloed
van drugs, alcohol of geneesmiddelen. Een ogenblik
van onoplettendheid terwijl u aan het werken bent
met elektrisch gereedschap, kan ernstige
persoonlijke verwondingen tot gevolg hebben.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (inclusief kinderen) met verminderde
fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of
onvoldoende ervaring en kennis, tenzij ze onder
toezicht staan of de nodige opleiding hebben
gekregen over het gebruik van het apparaat, van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Op kinderen moet toezicht worden
gehouden om te garanderen dat ze niet spelen met
het apparaat.
Laat nooit toe dat het apparaat wordt gebruikt
of onderhouden door kinderen of andere
personen die niet de nodige opleiding hebben
gekregen over het gebruik van het apparaat
en/of de batterij. De plaatselijke wetgeving legt
mogelijk beperkingen op wat de leeftijd van
gebruikers betreft.
Bewaar het gereedschap in een afsluitbare
zone zodat het buiten het bereik blijft van
kinderen en onbevoegde personen.
Houd handen en voeten altijd weg uit de
maaizone en in het bijzonder wanneer u de
motor inschakelt.
Draag gepaste kledij. Draag geen loshangende
kledij of juwelen. Houd uw haar, kledij en
handschoenen uit de buurt van bewegende
onderdelen. Loshangende kledij, juwelen of
lang haar kan vastgegrepen worden door
bewegende onderdelen.
Werk nooit met het apparaat als u moe bent,
als u alcohol hebt gedronken, of als u
medicatie neemt die een invloed kan hebben op uw
zicht, uw inschattingsvermogen of uw coördinatie.
Schakel het apparaat uit wanneer het
verplaatst moet worden. Verwijder altijd de batterij
wanneer u het apparaat aan een andere persoon
doorgeeft.
Gebruik en onderhoud van elektrisch
gereedschap
Gebruik nooit een apparaat dat op welke
manier dan ook werd gewijzigd en dus niet meer
beantwoordt aan de oorspronkelijke specificaties.
Gebruik het apparaat nooit in de buurt van
ontplofbare of brandbare materialen.
Gebruik nooit een apparaat dat een defect
vertoont. Voer de veiligheidscontroles en de
onderhoudsinstructies uit die beschreven worden in
deze handleiding. Bepaalde
onderhoudswerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd door opgeleide en
gekwalificeerde specialisten.
Gebruik enkel originele vervangonderdelen.
Zorg ervoor dat ventilatieopeningen altijd open
blijven.
Vóór het apparaat wordt ingeschakeld, moeten
alle kappen, beschermingen en
handgrepen worden geïnstalleerd.
Gebruik het apparaat enkel bij daglicht of in
andere omstandigheden met een goede verlichting.
Gebruik het apparaat nooit bij slecht weer,
bijvoorbeeld bij mist, in de regen, op vochtige
of natte plaatsen, bij sterke wind, bij grote koude, bij
het risico op een blikseminslag, enz. Zeer warm
weer kan ertoe leiden dat het apparaat oververhit
geraakt.
Gebruik altijd uw gezond verstand
Het is niet mogelijk elke denkbare situatie te
voorzien die u kunt tegenkomen. Ga altijd
zorgvuldig te werk en gebruik uw gezond verstand.
Vermijd alle omstandigheden waarvan u vindt dat u
boven uw mogelijkheden moet gaan. Als u ondanks
het lezen van deze handleiding er niet zeker van
bent hoe u het apparaat moet bedienen, moet u een
deskundige raadplegen vóór u verdergaat.
BIJKOMENDE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
BATTERIJEN EN LADERS
Bescherm het batterijpack tegen regen en vocht.
Binnendringend water in de batterijlader verhoogt
het gevaar voor een elektrische schok.
Laad enkel bij met de lader die door de fabrikant
is opgegeven. Een lader die geschikt is voor een
bepaald type batterij kan brandgevaar opleveren
wanneer hij gebruikt wordt met een andere batterij.
Laad geen andere batterijen op. De batterijlader
is enkel geschikt voor het laden van onze batterijen
binnen de opgegeven spanningsbereiken. Bij ander
gebruik ontstaat er explosie- en brandgevaar.
Hou de batterijlader proper. Vuil kan tot een
gevaarlijke elektrische schok leiden.
Controleer vóór elk gebruik de batterijlader, het
snoer en de stekker. Gebruik de batterijlader niet
wanneer er defecten opgemerkt worden. Maak zelf
de batterijlader niet open maar laat hem enkel met
originele onderdelen door vakbekwame mensen
herstellen. Beschadigde batterijladers, kabels en
stekkers verhogen het gevaar voor een elektrische
schok.
Gebruik de batterijlader niet op makkelijk
ontbrandbare oppervlakken (bv. papier, textiel, enz.)
of in brandgevaarlijke omgevingen. Er is gevaar
voor brand door het opwarmen van de batterijlader
tijdens het laden.
Bij verkeerd gebruik van de batterij kan er
vloeistof uit vrijkomen. Vermijd contact hiermee.
Indien dit per ongeluk toch gebeurt, spoel dan met
water. Indien de vloeistof met de ogen in contact
18