I.
ALGEMEEN
A. INLEIDING
15
De stabilisator PE 1516 is bestemd voor het voeden van elektrische en elektronische schakelingen
en levert:
- als spanningsstabilisator een gestabiliseerde gelijkspanning instelbaar tussen 0 en 30 V.
- als stroomstabilisator een gestabiliseerde gelijkstroom instelbaar tussen 0 en 20 A.
SÉ
De stabilisator is voorzien van een "overspanningsbeveiliging' instelbaar tussen 3 en 31,5 V.
Extra aansluitingen aan de achterzijde van het apparaat bieden mogelijkheden voor:
- afstandsstabilisatie
- afstandsbediening bij instelling van de uitgangsspanning en/of de uitgangsstroom.
- serie- of parallelschakeling volgens ''Master and slave'' systeem
- parallelschakeling van de overspanningsbeveiligingen bij parallelschakeling van de stabilisatoren.
B. TECHNISCHE
GEGEVENS
1. Ingang
Spanning
Stroom
max.
Opgenomen
vermogen
Netsmeltveiligheden
2. Uitgang
a. Als spanningsstabilisator
Spanning
Serieschakeling
Stroom
Parallelschakeling
Stabiliteit
Inwendige weerstand
- statisch
OND
200
A
O
00 HZ
O
6,6
205 ША
: Max.
1450 VA
: VL26,
VL27;
10 A traag (220 - 235 V)
20 A traag (110 - 125 V)
:0...30 V continu instelbaar met de knoppen gemerkt
"U" (grof - en fijninstelling).
De "stappen" van de fijninstelling zijn < 1 mV.
: Er mogen maximaal drie apparaten in serie worden
geschakeld.
De spanning tussen één der uitgangs-
klemmen en aarde mag maximaal
90 Ут
рейгареп.
Voor serieschakeling volgens "Master and slave"
systeem zie onder punt Зе van hfdst. П.В.
: Max.
20 A bij elke waarde van de uitgangsspanning.
: Er mogen een willekeurig aantal apparaten parallel
worden geschakeld.
Voor parallelschakeling volgens ''Master and slave"'
systeem zie onder punt 3f van hfdst.
II. B.
: Bij netspanningsvariaties van + of - 10 % van de
nominale waarde is de afwijking van de uitgangs-
spanning < 0,03 % van de ingestelde waarde of <3 mV.
Hierbij geldt steeds de grootste van beide waarden.
:
<1 m2 bij langzame veranderingen van nullast
naar vollast.