WAARSCHUWING
Gezondheidsgevaar door on-
vakkundig gerepareerd appa-
raat
Het apparaat mag enkel ge-
repareerd worden door ge-
schoold vakpersoneel.
WAARSCHUWING
Gezondheidsgevaar door ver-
hoogde kiemconcentratie in het
water
Na een langere periode van
niet-gebruik moet een chemi-
sche reiniging worden uitge-
voerd. Hiervoor moeten onder-
staande activiteiten worden uit-
gevoerd:
Apparaatschakelaar op „I"
stellen.
Open de watertoevoer.
Start de reiniging (zie „Ver-
zorging en onderhoud/Che-
mische reiniging").
LET OP
Schade aan de koeleenheid van
het apparaat.
Als het toestel liggend is op-
geslagen of vervoerd, moet u
het toestel in zijn normale po-
sitie plaatsen en vervolgens
ten minste 24 uur wachten al-
vorens het te gebruiken.
Zorg voor het milieu
Het verpakkingsmateriaal is herbruikbaar.
Deponeer het verpakkingsmateriaal niet
bij het huishoudelijk afval, maar bied het
aan voor hergebruik.
Onbruikbaar geworden apparaten bevat-
ten waardevolle materialen die geschikt
zijn voor hergebruik. Lever de apparaten
daarom in bij een inzamelpunt voor her-
bruikbare materialen. Batterijen, olie en
dergelijke stoffen mogen niet in het milieu
belanden. Verwijder overbodig geworden
apparatuur daarom via geschikte inzamel-
punten.
Elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak
onderdelen die een potentieel gevaar kunnen vormen
voor de menselijke gezondheid en het milieu als ze fou-
tief worden gebruikt of niet correct worden afgevoerd.
Deze onderdelen zorgen er desalniettemin voor dat het
apparaat naar behoren functioneert. Apparaten die dit
symbool dragen, mogen niet met het huisvuil worden
afgevoerd.
R-290 Bevat broeikasgas R290 - hermetisch afgeslo-
ten apparaat.
Aanwijzingen betreffende de inhoudsstoffen
(REACH)
Huidige informatie over de inhoudsstoffen vindt u onder:
www.kaercher.com/REACH
Transport
VOORZICHTIG
Neem bij het transport het gewicht van het apparaat in
acht.
Transporteer het apparaat niet liggend.
Vanwege zijn gewicht moet de WPD 200 worden
gemonteerd door 2 personen of met behulp van
geschikte hulpmiddelen zoals een steekwagen.
48
Doelmatig gebruik
Dit apparaat is niet bestemd om te worden gebruikt
door personen (inclusief kinderen) met verminder-
de fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens, of
met een gebrek aan ervaring en/of kennis, tenzij ze
onder toezicht staan of instructies hebben gekre-
gen betreffende het gebruik van het apparaat van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veilig-
heid en de gevaren ervan begrijpt. Reiniging en on-
derhoud door gebruiker mogen zonder toezicht niet
door kinderen worden uitgevoerd. Houd toezicht op
kinderen om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen.
Het apparaat wordt gebruikt om gekoeld of onge-
koeld water in levensmiddelenkwaliteit in de zelfbe-
dieningsmodus af te geven. Afhankelijk van de toe-
stelvariant is de waterdispenser met verschillende
filters uitgerust (Active-Pure-filter of Hy-Protect-fil-
ter).
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishou-
dens en soortgelijke toepassingen, zoals perso-
neelskeukens in winkels, kantoren en andere werk-
ruimten, in de landbouw en door gasten in hotels,
motels en andere logiesverstrekkende bedrijven,
catering en soortgelijk grootschalig gebruik.
Het toestel moet in een vorstvrije ruimte worden
geplaatst.
Gebruik of plaats het apparaat niet in open lucht.
Leg het apparaat niet neer, bewaar of transporteer
het niet liggend.
Functie
Water stroomt in eerste instantie uit de waterinlaat via
het filter (zie voor filterbeschrijving het hoofdstuk Ver-
bruiksmateriaal). Afhankelijk van welke knop wordt in-
gedrukt, stroomt het water vervolgens via de koelmodu-
le, de CO2-menger (afhankelijk van de uitrusting) of di-
rect naar de waterafgifte.
Bij de vraag naar koolzuurhoudend water (optie) wordt
bij het water aanvullend kooldioxide gemengd.
Het volledige watersysteem moet regelmatig chemisch
gereinigd worden.
Apparaat aansluiten
Voorwaarden
GEVAAR
Indien het nodig is om voor de installatie en inbedrijfstel-
ling van het apparaat zijdelen te openen, mag dat uit-
sluitend door een electricien gebeuren.
Bij de eerste installatie en bij eventuele reparaties
die verbonden zijn met een vervanging van toebe-
horen, moet gegarandeerd worden dat uitsluitend
de bijgevoegde onderdelen (aansluitset, CO
regelaar (optie, apparaat met CO
den. Bij die delen gaat het om onderdelen die door
KÄRCHER voor inbouw vrijgegeven zijn. Die on-
derdelen zijn gecontroleerd en gecertificeerd om te
beantwoorden aan de hoge kwaliteitseisen van de
certificering van SGS Institut Fresenius GmbH en
de KÄRCHER-kwaliteitsstandaard. Andere onder-
delen mogen niet gebruikt worden.
Stroomaansluiting en ingangsdruk water moeten
overeenstemmen met de waarden in de Techni-
sche gegevens.
Afhankelijk van de lokale voorschriften is het ge-
bruik van een toegelaten terugslagklep vereist.
Bij apparaten met in de druppelschaal een afvoer
naar de afvoerleiding van het gebouw moet een
geurstop (sifon) voorzien worden.
De sifon moet lager dan de druppelschaal staan.
Enkel bij een continu dalende afvoerslang functio-
neert de afvoer van de druppelschaal zoals het
hoort.
Voot het opstellen van het toestel moet in het ge-
bouw een vlakke ondergrond beschikbaar zijn.
Netstekker en stopcontact moeten ook na de in-
stallatie vrij toegankelijk zijn.
Om het stroomverbruik te reduceren kan de stroom
tijdens bedrijfspauzes worden onderbroken (bij-
voorbeeld door een timer):
Hoofdschakelaar, zekering en wateraansluiting op
de achterkant van het apparaat moeten vrij toegan-
kelijk zijn. De minimumafstand tot de wand be-
draagt 100 mm.
Alleen voor WPD 200 met sokkel:
Om een hoge stabiliteit van het apparaat conform
de richtlijnen van de apparaatnorm te garanderen,
moet het apparaat met voet op de vloer of aan de
wand bevestigd worden (aanbouwset vloerbevesti-
ging WPD 2.643-483.0).
Als alternatief kan de aanbouwset Extra gewicht
voet WPD (2.643-474.0) gebruikt worden om het
zwaartepunt van het apparaat overeenkomstig te
verlagen.
2
-
NL
1
Watertoevoerleiding
2
Terugslagklep**
3
Drukregelaar**
4
Aquastop *
5
Waterkraan *
6
Drinkwatertoevoer *
7
Afvoerleiding *
8
Stroomvoorziening van het gebouw *
9
Stopcontact, beveiligd met aardlekschakelaar 30
mA *
10 Aansluitkabel
11 WPD 200***
12 Afvoer druppelschaal ***
13 Sifon**
* aan het gebouw, niet meegeleverd
** optioneel, niet meegeleverd
*** optioneel, in functie van de configuratie van het ap-
paraat
-druk-
2
)) gebruikt wor-
2
1
Ingangszeef
2
Wateraansluiting (schroefdraad 3/4")
3
Netaansluiting
4
Druppelschaal met afvoer (optioneel)
Apparaat zonder druppelschaal
Bij die uitvoering van het apparaat moeten geen afvoer-
slangen gelegd worden.
Apparaat zonder voet, met druppelschaal
Slang met de druppelschaal verbinden en naar de
sifon of het vat brengen.
Apparaat met voet en druppelschaal
Slang via hoekstuk met de druppelschaal verbin-
den en door de voet naar de sifon of het vat bren-
gen.
Alle apparaatuitvoeringen
Sluit de watertoevoerslang aan op de wateraan-
sluiting (schroefdraad 3/4") aan de achterkant van
het apparaat.
Verbind het netsnoer met de netaansluiting op de
achterkant van het apparaat.
Steek het netsnoer in het stopcontact.
Aansluiting uitvoeren