ZWAKKE ONTVANGST
• Zet de toestellen dichter bij elkaar.
• Verander de positie van een of beide toestellen.
• Plaats de toestellen op een vlak oppervlak, buiten bereik van uw baby.
• Laad het oudertoestel op.
STATISCHE ELEKTRICITEIT, STORING, INTERFERENTIE (VAN ANDERE TOESTELLEN,
MOBIELE TELEFOONS, WALKIETALKIES ENZ.)
• Draai het oudertoestel of plaats het op grotere afstand van de bron van de interferentie.
FEEDBACK (OUDERTOESTEL MAAKT HARDE GELUIDEN)
• Zet de toestellen verder uit elkaar (minimaal 3 meter van elkaar).
• Verlaag het volume op het oudertoestel.
HET SCHERM VAN HET OUDERTOESTEL IS ZWART (OUDERTOESTEL IS UITGESCHAKELD)
• Zet het oudertoestel weer AAN door de AAN/UIT-KNOP 2 seconden ingedrukt te houden.
• Laad het oudertoestel op.
BEWEGINGSSENSORPAD - GEEN ALARM
• Trillingen en bewegingen die niet door de baby worden veroorzaakt, kunnen worden gedetecteerd door de
sensorpad en dan klinkt er geen alarm.
• Raadpleeg waarschuwingen 3 t/m 11 en zie STAP 4, DE SENSORPAD TESTEN.
BEWEGINGSSENSORPAD - VALS ALARM
• Vervang de CR2450-batterij in de sensorpad.
• Zet het babytoestel UIT.
• Er kan om verschillende redenen een vals alarm worden gegeven, maar ga altijd meteen bij de baby kijken wanneer
er een alarmsignaal klinkt:
- Het babytoestel is niet uitgeschakeld nadat u de baby uit het ledikantje hebt gehaald
- Controleer of er geen beddengoed tussen de matras en de sensorpad ligt
- De sensorpad is niet correct onder de matras geplaatst. Controleer of de sensorpad op een vlak, stevig oppervlak
ligt met de bedrukte zijde omhoog
- Het is ook mogelijk dat het gevoeligheidsniveau moet worden bijgesteld
• Raadpleeg waarschuwingen 3 t/m 11 en zie STAP 4, DE SENSORPAD TESTEN.
ER WORDT GEEN GELUID OVERGEBRACHT:
• Controleer of beide toestellen aanstaan.
• Controleer of het oudertoestel niet is GEDEMPT.
DE BATTERIJ VAN HET OUDERTOESTEL CONTROLEREN:
• Verwijder de adapter van het oudertoestel en controleer het batterijniveau dat de indicator aangeeft.
28