BEDIENING
Bereidingsfuncties gebruiken
Raadpleeg 'Algemeen gebruik bedieningspaneel' voor informatie over de algemene werking van
de oven.
1. Druk op de aan/uit-toets om de oven in te schakelen.
2. Draai aan de functieknop om een hoofdfunctie te selecteren.
▷
Raadpleeg 'Beschrijving van de functies' om de gewenste (beschikbare) functie te
selecteren.
3. Draai aan de keuzeknop om een subfunctie te selecteren (indien beschikbaar) of een
instelling te wijzigen.
▷
De eerste subfunctie-instelling is actief (indien beschikbaar).
4. Start direct de geselecteerde functie (met vooraf ingestelde waarden) door op de
bevestigingstoets te drukken (deze toets knippert als het mogelijk is het programma te
starten).
Beschikbare functies of instellingen die kunnen worden gewijzigd:
•
de functie (subfunctie of functie combimagnetron);
•
de oventemperatuur;
•
het magnetronvermogen (wanneer de (combi)magnetronfunctie wordt gebruikt);
•
de bereidingstijd.
De volgende subfunctie of instelling wordt actief (indien beschikbaar). Ga terug naar een
eerdere selectie of instelling door de linker navigatietoets aan te raken.
Selecteer desgewenst nog een instelling (bijvoorbeeld 'Snel voorverwarmen') met het
plusmenu. Zie 'Plusmenu' voor meer informatie.
5. Druk op de bevestigingstoets om de bereiding van uw maaltijd met de gekozen instellingen
te starten.
Aan het eind van de bereiding kunt u:
•
Stoppen met de bereiding
▷
Druk op de bevestigingstoets.
Het scherm 'Einde' wordt gesloten en het stand-byscherm wordt weergegeven. Na 10
minuten van inactiviteit schakelt het display over op de stand-bystand.
•
Extra tijd toevoegen
▷
Druk op de rechter navigatietoets om 'Extra tijd toevoegen' te selecteren.
De tijdinstelling wordt actief en u kunt deze direct wijzigen door aan de keuzeknop te draaien.
▷
Druk op de bevestigingstoets.
▷
Het voorgaande proces wordt opnieuw geactiveerd.
NL 23