4.6
EEN BOOM VELLEN
Afbeelding 9-10.
Wij raden aan dat een gebruiker die de zaag voor het
eerst gebruikt, stammen op een zaagbok of normale
bok zaagt.
Voordat u een boom velt, zorg dat
•
De minimum afstand tussen de verzaag- en
velzones bedraagt twee keer de lengte van de
boom.
•
De bediening mag niet leiden tot
•
Letsel aan personen.
•
Het raken van nutsleidingen. Als de boom
nutsleidingen raakt, neem onmiddellijk contact
op met het nutsbedrijf.
•
Veroorzaakt materiële schade.
•
De gebruiker bevindt zich niet in het gevaarlijke
gebied, zoals bijvoorbeeld op een helling on de
boom.
•
De ontsnappingsroutes die zich naar achteren en
diagonaal achter de velrichting bevinden zijn vrij van
obstakels. De velrichting wordt bepaald door
•
De natuurlijke groeirichting van de boom.
•
De locatie van grotere takken.
•
De windrichting.
•
Zorg dat er zich geen vuil, steen, losse schors,
nagels of nietjes op de boom bevinden.
1. Maak een lage horizontale inkeping. Zorg dat deze
zaagsnede
a) 1/3 breed van de diameter van de boom is.
b) Loodrecht op de velrichting.
De horizontale inkeping zorgt ervoor dat de
zaagketting of de kettinggeleider niet klem raakt
als u de tweede inkeping maakt.
2. Zorg dat de velsnede niet minder dan 50 mm en
hoger is dan de horizontale inkeping. Zorg dat deze
zaagsnede
a) Parallel aan de horizontale inkeping is.
b) Voldoende hout over is om een scharnier te
vormen wat voorkomt dat de boom draait en in
de verkeerde richting valt.
Zodra de velsnede in de buurt van het scharnier
komt, valt de boom om. Stop de velsnede als de
boom
•
Niet naar de juiste richting valt of
•
Beweeg achteruit en vooruit en zet de ketting
vast.
3. Gebruik een velwig om de zaagsnede te openen en
laat de boom in de juiste richting vallen.
4. Als de boom begint te vallen,
LET OP!
Engels
a) Verwijdert u de kettingzaag uit de zaagsnede.
b) Schakel het gereedschap uit.
c) Leg het gereedschap weg.
d) Ga achteruit via de vluchtroute. Let op voor
overhangende takken en uw voeten.
4.7
EEN BOOM SNOEIEN
Afbeelding 11.
Snoeien is het verwijderen van de takken van een
omgehakte boom.
1. Laat de lager zittende takken aan de stam zodat de
stam niet de grond raakt.
2. Verwijder kleine takken in één beweging.
3. Snoei de takken met spanning van beneden naar
boven.
4. Behoud de grotere takken beneden als
ondersteuning totdat de stam is gesnoeid.
4.8
EEN BOOMSTAM VERZAGEN
Afbeelding 12-15.
Het in stukken zagen van een boomstam wordt
verzagen genoemd. Houd uw lichaam in evenwicht. Als
het mogelijk is, tilt u de stam op en houdt u hem
omhoog met takken, blokken of klossen.
•
Als de boomstam over de volledige lengte wordt
vastgehouden, zaagt u vanaf de bovenkant.
•
Als de boomstam aan één uiteinde wordt
vastgehouden,
1. Zaag de eerste keer 1/3 diameter vanaf de
onderkant.
2. Zaag de tweede keer vanaf de bovenkant totdat
alles in stukken is gezaagd.
•
Als de boomstam aan twee uiteinden wordt
vastgehouden,
1. Zaag de eerste keer 1/3 diameter vanaf de
bovenkant.
2. Zaag de tweede keer onder 2/3 vanaf de
onderkant totdat alles in stukken is gezaagd.
•
Als de boomstam zich op een helling bevindt,
1. Ga op een helling boven de boomstam staan.
2. Bedien de kettingzaag.
3. Houd de handgrepen stevig vast.
4. Verminder de zaagdruk aan het einde van de
zaagsnede.
Laat de ketting niet de bodem aanraken.
Als u klaar bent met het verzagen,
1. Laat de schakelaar los.
2. Stop de kettingzaag volledig.
57
OPMERKING
NL