BlueHelix ALPHA 34 C
2.6 Rookgaskanalen
DE VERWARMINGSKETELS MOETEN IN VERTREKKEN WORDEN GEÏN-
B
STALLEERD DIE AAN DE ESSENTIËLE VENTILATIE-EISEN VOLDOEN. ZO
NIET, DAN BESTAAT ER VERSTIKKINGS- EN VERGIFTIGINGSGEVAAR.
LEES DE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES ALVORENS HET
TOESTEL TE INSTALLEREN.
NEEM OOK DE ONTWERPVOORSCHRIFTEN IN ACHT.
IN GEVAL VAN DRUK BINNEN HET ROOKAFVOERKANAAL IS HET GE-
BRUIK VAN SCHOORSTEEN DIE VOLDOEN AAN DE VOORSCHRIFT EN
14471 MET DE VOLGENDE AANDUIDINGEN VERPLICHT:
"T120 - H1 - W - 2 - O - 20 - LI - E - U"
"T120 - H1 - W - 2 - O - 00 - LI - E - U1"
"T120 - H1 - W - 2 - O - 00 - LI - E - U0"
Belangrijke aanwijzingen
Het apparaat is van het "type C" met gesloten kamer en met geforceerde trek. De luchtinlaat en de rookgasuitlaat mo-
eten worden verbonden met één van de afvoer- en aanzuigsystemen die hierna worden aangegeven. Voordat u over-
gaat tot de installatie de betreffende voorschriften zorgvuldig controleren en naleven. Neem bovendien de regels met
betrekking tot de plaatsing van eindstukken aan de wand en/of het dak in acht en de minimumafstanden tot ramen, mu-
ren, luchtopeningen enz.
In geval van installatie met de maximale weerstand (coaxiale of gescheiden schoorsteen) wordt geadviseerd
om een volledige handmatige kalibratie uit te voeren om de verbranding van de verwarmingsketel te optimali-
seren.
Aansluiten van coaxiale leidingen
= Luchtingang
Voor het aansluiten van coaxiale leidingen een van de volgende startaccessoires op het toestel monteren. Raadpleeg,
voor de afmetingen van de boorgaten in de muur, de afbeelding op het voorblad.
Om de condens gemakkelijker af te voeren, moeten de horizontale leidingen naar het toestel toelopen met een
helling van minimaal 5% (3°).
NL
fig. 20- Aansluitvoorbeelden met coaxiale leidingen
= Rookuitlaat
cod. 3542B991 - Rev. 00 - 04/2024
115