4. Laat het pedaal voor vooruit rijden los om de
machine te laten remmen. Controleer of de rem
aangrijpt wanneer u het pedaal voor vooruitrijden
loslaat.
Let op:
Het product heeft een automatische
rem die wordt ingeschakeld wanneer u de pedalen
loslaat. Druk het andere pedaal in voor meer
remkracht wanneer u de snelheid verlaagt.
5. Voer dezelfde procedure uit voor het pedaal voor
achteruit rijden.
6. Zorg ervoor dat het product niet beweegt wanneer
de pedalen voor vooruit en achteruitrijden niet zijn
ingeschakeld.
Parkeerrem
WAARSCHUWING:
parkeerrem niet werkt, kan het product
beginnen te bewegen en daardoor letsel
of schade veroorzaken. Inspecteer de
parkeerrem regelmatig en stel deze af indien
nodig.
De parkeerrem controleren op pagina 106 .
Zie
Waarschuwingsindicator op het display
OPGELET:
waarschuwingsindicator op het display
verschijnt, moet het product worden gestopt
en moet worden gekeken naar
Probleemoplossing op pagina 112 .
Beschermkappen
Ontbrekende of beschadigde beschermkappen
vergroten de kans op letsel bij bewegende delen
en hete oppervlakken. Voer een controle van de
beschermkappen uit voordat u het product start. Zorg
dat de beschermkappen juist zijn aangebracht en niet
zijn gescheurd of andere beschadigingen vertonen.
Vervang beschadigde beschermkappen.
94
Als de
Als de
Display -
Veiligheidsinstructies voor onderhoud
WAARSCHUWING:
is zwaar en kan letsel of schade aan
eigendommen of de omgeving veroorzaken.
Voer geen onderhoud uit aan het product en
het maaidek zonder aan deze voorwaarden
te voldoen:
•
De aan/uit-schakelaar is in de stand
"0" gezet en de sleutel voor de aan/uit-
schakelaar is verwijderd.
•
Het product is op een vlakke ondergrond
geparkeerd.
•
De parkeerrem is ingeschakeld.
•
Het maaidek is ontkoppeld.
•
De kabel voor de acculader is
losgekoppeld.
WAARSCHUWING:
volgende waarschuwingen voordat u het
product gaat gebruiken.
•
Voor optimale prestaties en veiligheid adviseren
wij u het product te onderhouden volgens het
onderhoudsschema. Raadpleeg
op pagina 104 .
•
Elektrische schokken kunnen letsel veroorzaken.
Voer geen onderhoud aan de accu uit. Raak geen
kabels aan als de motor draait. Voer geen functietest
met uw vingers uit.
•
Start het product niet indien de beschermkappen
verwijderd zijn. Er bestaat dan groot risico op letsel
door bewegende of hete delen.
•
Laat het product afkoelen voordat u er onderhoud
aan uitvoert.
•
De messen zijn erg scherp en kunnen snijwonden
veroorzaken. Voorzie de messen van bescherming
of draag beschermende handschoenen wanneer u
aan de messen werkt.
•
Plaats het maaidek altijd in de onderhoudsstand om
het te reinigen. Parkeer het product niet dicht bij
de rand van een greppel of helling om toegang te
krijgen tot het maaidek.
OPGELET:
veiligheidsinstructies voordat u het product
gaat gebruiken.
•
Zorg dat alle moeren en bouten goed zijn
vastgedraaid en dat de apparatuur in goede staat is.
•
Wijzig de instelling van de regelaars niet.
Als het motortoerental te hoog is, kunnen de
productonderdelen beschadigd raken. Raadpleeg
Technische gegevens op pagina 118 voor het
hoogst toegestane motortoerental.
Het product
Lees de
Onderhoudsschema
Lees de volgende
1949 - 005 - 21.08.2023