"+"-pool-snelcontact-aansluitklem (rood), incl.
15
rode bevestigingsschroef
"–"-pool-snelcontact-aansluitklem (zwart), incl.
16
zwarte bevestigingsschroef
©
Technische gegevens
Ingangsspanning :
Opgenomen vermogen: 60 W
Keerstroom*:
Nominale
uitgangspanning:
Nominale
uitgangsstroom:
Laadspanning:
Laadstroom:
Batterijtype:
Beschermingsklasse
apparaat:
Beschermingsklasse:
* = Keerstroom is de stroom die de lader uit de
accu verbruikt wanneer er geen netstroom is
aangesloten.
©
Veiligheid
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR! Voorkom levens- en letselgevaar
door onoordeelkundig gebruik!
VOORZICHTIG! Gebruik het apparaat
niet wanneer de kabel, het netsnoer of
de netstekker beschadigd is. Beschadigen
netsnoeren betekenen levensgevaar vanwege
elektrische schok.
½
Als het netsnoer j beschadigd is, laat het dan
uitsluitend door bevoegd en geschoold vakper-
soneel repareren! Neem voor reparaties contact
op met het serviceadres in uw land!
220 - 240 V ~ 50 / 60 Hz
< 5 mA (geen AC-ingang)
6 V
/ 12 V
0,8 A / 3,8 A
7,3 V of 14,4 V of 14,7 V
0,8 A ± 10 %
3,8 A ± 10 %
6 V-loodzuuraccu's
1,2 Ah - 14 Ah
12 V-loodzuuraccu's
1,2 Ah - 120 Ah
IP 65 (stofdicht, waterdicht)
II /
½
BEVEILIG UZELF TEGEN EEN
ELEKTRISCHE SCHOK! Gebruik
bij aansluiting van de lader een
schroevendraaier en een moersleutel met een
handgreep met veiligheidsisolatie!
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Waarborg bij een vast in het voertuig
gemonteerde accu dat het voertuig uitgeschakeld
is! Schakel de ontsteking uit en breng de auto in
parkeerpositie, met aangetrokken handrem (bijv.
auto) of vastgemaakt touw (bijv. elektroboot)!
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Onderbreek de stroomtoevoer naar de
acculader voordat u verbindingen naar de
accu sluit of opent.
- Sluit eerst de aansluitklem aan die niet op de
carrosserie aangesloten is. Sluit de andere
aansluitklem op afstand van de accu en de
benzineleiding aan op de carrosserie. Sluit de
acculader pas daarna aan op het stroomnet.
- Onderbreek na het laden de stroomtoevoer
naar de acculader. Verwijder pas daarna de
aansluitklem van de carrosserie. Verwijder
vervolgens de aansluitklem van de accu.
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Pak de aansluitkabel van de polen ("–" en
"+") uitsluitend vast aan het geïsoleerde bereik!
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Voer de aansluiting op de accu en de
contactdoos van de stoomtoevoer volledig tegen
vocht beschermd uit.
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Voer de montage, het onderhoud en de
reiniging van de acculader alleen uit bij onder-
broken stroomtoevoer!
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Verwijder bij een voortdurend in de auto
aangesloten accu na het laden of druppelladen
eerst de minpool-aansluitkabel (zwart) van de
acculader van de accuminpool.
½
Laat kleine kinderen en jon-
geren nooit zonder toezicht
in de buurt van de acculader!
Kinderen kunnen mogelijke gevaren bij de om-
gang met elektrische apparaten nog niet correct
inschatten. Op kinderen dient toezicht te worden
gehouden om te voorkomen dat ze met het
product spelen.
Inleiding / Veiligheid
NL
37