Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven of de kookplaat. Lees eerst
het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften.
Verwijder de verpakking van het apparaat en voer deze volgens
voorschrift af.
Tijd instellen
Druk gelijktijdig op de functietoets
1.
Stel met de functietoetsen + en - de actuele tijd in.
2.
Na enkele seconden wordt de tijd overgenomen.
Oven verwarmen
Binnenruimte voorreinigen
Neem de toebehoren uit de ovenruimte. Verpakkingsresten,
zoals stukjes piepschuim, dienen volledig uit de ovenruimte
verwijderd te worden. Enkele onderdelen zijn voorzien van
kraswerende folie. U dient deze te verwijderen.
Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte,
1.
vochtige doek.
2.
Verwijder de inhangroosters wanneer deze al zijn
aangebracht. Volg hiervoor de aanwijzingen op in de
paragraaf "Inhangroosters verwijderen en inbrengen".
3.
Maak de binnenruimte schoon met warm zeepsop.
Oven verwarmen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op.
Draai de functiekeuzeknop op de functie Boven- en
1.
onderwarmte.
Zo bedient u de kookplaat
Let er bij apparaten met een afdekplaat op dat de kookzones
alleen bij een geopende afdekplaat mogen worden
ingeschakeld.
Gas-kookzones bedienen
Let erop dat de branderdeksel altijd exact op de branderkelk
zit. De sleuven bij de branderkelk moeten vrij zijn. Alle
onderdelen dienen droog te zijn.
Let erop dat er bij de kookzone geen directe trek ontstaat door
airco's, ventilatoren, e.d.
Gasbrander inschakelen
1.
Druk op de bedieningsknop voor de gewenste kookzone en
draai deze naar de stand
De gasbrander ontsteekt.
2.
Houd de bedieningstoets enkele seconden lang ingedrukt,
tot de vlam is gestabiliseerd.
Stel het gewenste vermogen in.
3.
Stand
Betekenis
™
spaarvlam = laagste stand
˜
grote vlam, hoogste stand
Ú
˜
Tussen de stand
en
is de vlam niet stabiel. Kies daarom
˜
altijd een stand tussen
en
x
y
en
.
˜
.
™
.
Draai de temperatuurknop op de maximale temperatuur.
2.
Schakel de oven na 40 minuten uit.
3.
Binnenruimte nareinigen
Maak de binnenruimte schoon met warm zeepsop. Plaats de
inhangroosters.
Branderdeksels en -kelken reinigen
Hiervoor gaat u als volgt te werk:
$
%
&
Maak de branderdeksels (A) en -kelken (B) schoon met water
1.
en afwasmiddel.
Droog de onderdelen goed af.
2.
3.
Plaats de betreffende branderkelk (B) op de kookzone (C).
4.
Leg de branderdeksel (A) precies op branderkelk (B).
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren eerst grondig met warm zeepsop en een
afwasdoek voordat u ze gebruikt.
Gasbrander uitschakelen
Draai de bedieningsknop voor de gewenste kookzone naar de
Ú
stand
Wanneer de vlam weer uitgaat
Schakelt u de bedieningsknop uit. Wacht een minuut en
herhaal punt 1 tot 3.
:
Risico van brand!
Wanneer de vlam uitgaat, stroomt gas naar buiten. Houdt altijd
toezicht wanneer de gasbranders in werking zijn. Let erop dat
er geen spijzen overkoken of dat er bij het koken geen tocht
ontstaat.
Wanneer de gasbrander niet kan worden aangezet
Bij een stroomonderbreking of vochtige ontstekingskaarsen
kunt u de gasbrander aansteken met een gasaansteker of een
lucifer.
61