Raadpleeg <Functieregeling> (pagina 98) voor
informatie over hoe u items in de functieregeling
instelt.
2
Selecteer de luisterpositie waarvoor u het
geluidsveld wilt compenseren
Draai de knop [AUD] en druk in het midden
van de knop wanneer het gewenste item wordt
weergegeven.
3
Deactiveer de functie voor het instellen van
luisterposities
Druk op de toets [SEARCH].
Audiovoorkeurgeheugen
Vastleggen van de waarden die zijn ingesteld met
de geluidsregeling.
1
Stel de geluidsregeling in
Zie de procedure hieronder voor het instellen van
de geluidsregeling.
- Selectie van het type auto (pagina 115)
- Luidspreker instellen (pagina 115)
- Instellen van DTA (Digital Time Alignment) (pagina
115)
- Instellen van X'Over (pagina 116)
- Instellen van de equalizer (pagina 116)
- Selectie van voorgeprogrammeerde luisterposities
(pagina 116)
2
Activeer de audiovoorkeurgeheugenmodus
(Andere stand dan stand-by)
>
Selecteer "DSP"
"PRESET"
Houd de knop [AUD] ten minste 1 seconde
ingedrukt.
Raadpleeg <Functieregeling> (pagina 98) voor
informatie over hoe u items in de functieregeling
instelt.
3
Kies het nummer dat u in het geheugen wilt
vastleggen
Draai de knop [AUD] om een nummer te
selecteren en druk vervolgens op de knop
[AUD].
4
Leg de audiovoorkeur vast in het geheugen
Draai de knop [AUD] om "YES" te selecteren en
druk vervolgens op de knop [AUD].
"COMPLETE" wordt weergegeven.
5
Deactiveer de audiovoorkeurgeheugenmodus
Druk op de toets [SEARCH].
>
"MEMORY".
⁄
• Sla 6 audiovoorkeurgeheugens op.
• "USER 1": Wanneer u op de resettoets drukt, worden
alle bronnen ingesteld op de vastgelegde
instelwaarden.
• "USER 1", "USER 2":
Het geheugen kan niet worden gewist met de
resettoets.
• U kunt deze functie niet opslaan wanneer de iPod-
equalizer in <Instellen van de equalizer> (pagina 116) is
ingesteld .
Audiovoorkeuroproep
Oproepen van de geluidsinstellingen die zijn
vastgelegd in het <Audiovoorkeurgeheugen>
(pagina 114).
1
Kies de geluidsbron
Druk op de toets [SRC].
2
Activeer de audiovoorkeuroproepmodus
(Andere stand dan stand-by)
>
Selecteer "DSP"
"PRESET"
Houd de knop [AUD] ten minste 1 seconde
ingedrukt.
Raadpleeg <Functieregeling> (pagina 98) voor
informatie over hoe u items in de functieregeling
instelt.
3
Selecteer het nummer dat u uit het geheugen
oproepen
Draai de knop [AUD] om een nummer te
selecteren en druk vervolgens op de knop
[AUD].
4
Roep de audiovoorkeurinstellingen op
Draai de knop [AUD] om "YES" te selecteren en
druk vervolgens op de knop [AUD].
"COMPLETE" wordt weergegeven.
5
Verlaat de audiovoorkeuroproepmodus
Druk op de toets [SEARCH].
⁄
• Het gebruikergeheugen van "SYSTEM Q" in <Instellen
van de equalizer> (pagina 116) wordt gewijzigd in de
opgeroepen waarde.
• Het item brontoongeheugen van <Instellen van de
equalizer> (pagina 116) wordt gewijzigd in de waarde
die door de gekozen bron werd opgeroepen.
>
"RECALL".
117
|
Nederlands