Hanteer de pannen
voorzichtig op de
kookplaat.
Stoot niet tegen de
kookplaat aan, noch plaats
hierop te hoge gewichten.
Gebruik geen twee
branders of
warmtebronnen voor één
pan.
Vermijd het gebruik van
grillplaten, kookpotten van
aardewerk, enz. gedurende
lange tijd op het
maximumvermogen.
2Reinigen en onderhouden
R einiging
R e i n i g e n e n o n d e r h o u d e n
Wanneer het apparaat koud is, reinig het met een
spons, water en zeep.
Reinig na elk gebruik het oppervlak van de
verschillende elementen van de brander, nadat deze is
afgekoeld. Achtergebleven resten (aangekoekt voedsel,
vetdruppels, enz.), hoe weinig ook, zetten zich vast op
het oppervlak en zijn later moeilijker te verwijderen.
Voor een correcte vlam moeten de openingen en
gleuven schoon zijn.
De beweging van sommige pannen kan metaalresten
achterlaten op de roosters.
Reinig de branders en de roosters met zeepsop en wrijf
erover met een niet-metalen borstel.
Indien de roosters rubber voetjes hebben, wees
voorzichtig bij het reinigen hiervan. De voetjes kunnen
losraken en het rooster kan de kookplaat krassen.
Droog de branders en de roosters altijd volledig. De
aanwezigheid van waterdruppels of vochtige zones bij
de aanvang van het koken kan het email beschadigen.
Na het reinigen en drogen van de branders, zorg dat de
branderdeksels juist geplaatst zijn op de diffusor.
Attentie!
Het is niet toegestaan de bedieningselementen te
■
verwijderen om het apparaat schoon te maken. Het
apparaat kan dan beschadigd raken door inkomend
vocht.
Gebruik geen stoomreinigers. Dit zou de kookplaat
■
kunnen beschadigen.
Gebruik nooit schuurmiddelen, staalsponzen,
■
snijdende voorwerpen, messen, enz. om
aangekoekte voedselresten van de kookplaat te
verwijderen.
Gebruik geen messen, schrapers of soortgelijk om
■
de verbinding van het glas met de sierstrippen van
de branders, metalen profielen te reinigen noch op
de panelen van glas of aluminium indien aanwezig.
Onderhoud
Reinig meteen gemorste vloeistof. Zo wordt vermeden
dat de etensresten zouden kleven en bespaart u
onnodige inspanningen.
Schuif de pannen niet over het glas, aangezien er
anders krassen kunnen ontstaan. Vermijd ook het
vallen van harde of scherpe voorwerpen op het glas.
Stoot niet tegen de randen van de kookplaat.
De zandkorrels (bijvoorbeeld afkomstig van de reiniging
van bladgroenten en groenten) krassen het oppervlak
van het glas.
Gesmolten suiker of voedsel met een hoog
suikergehalte dat gemorst wordt, moet onmiddellijk
verwijderd worden van de kookzone met behulp van de
glasschraper.
Reinigen en onderhouden
nl
31