GEBRUIK
Bediening van de Inductiekookplaat
NL 14
Instellen
De inductiekookplaat is voorzien van een restwarmte-indicatie,
automatische kookduurbegrenzing, aankookautomaat en kinderslot.
Op deze en de volgende pagina's kunt u lezen hoe u gebruik maakt van
deze voorzieningen.
Inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de knop van de betreffende zone met de klok mee om het
gewenste vermogen in te stellen.
Vermogen instellen
1. Stel een hoger of lager vermogen in door de knop te draaien.
• De kookzones hebben 9 standen + Boost 'P'.
• Het vermogen van de grote zone(s) is instelbaar van 70 - 2000 Watt
en het vermogen van de kleine zone(s) van 40 - 1400 Watt.
Uitschakelen
• Schakel de zone uit door de betreffende knop weer terug in de
uitgangspositie te draaien.
Aankookautomaat
De aankookautomaat is geschikt voor het snel aan de kook brengen
van gerechten en vervolgens op een lagere stand doorkoken. De
aankookautomaat schakelt zelf terug naar de doorkookstand.
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de knop van de betreffende zone tegen de klok in en houd
deze vast totdat er een signaal klinkt. Een "A" verschijnt in het
display.
3. Stel binnen 5 sec. een gewenste doorkookstand in met de
draaiknop. Wanneer u geen doorkookstand instelt, schakelt de zone
weer uit.
Zodra de doorkookstand ingesteld is, knippert in het display
afwisselend een "A" en de ingestelde doorkookstand. Wanneer
de aankooktijd verstreken is, stopt het knipperen en wordt de
doorkookstand permanent in het display getoond.
• Schakel de aankookautomaat uit door de knop terug te draaien
naar stand 0.