WAT TE DOEN ALS UW APPARAAT NIET WERKT?
PROBLEMEN
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat geeft een geur
af, is zeer heet om aan te
raken, verspreidt rook of maakt
een abnormaal geluid.
Het sap stroomt niet correct.
Indien u een ander probleem of een andere vraag hebt, contacteer de klantenservice
door middel van het nummer op de achterzijde van deze handleiding.
ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE PRODUCTEN AAN HET
EINDE VAN HUN LEVENSDUUR
Houd rekening met het milieu!
Uw apparaat bevat verschillende, voor terugwinning of recycling geschikte
materialen.
Breng het apparaat naar een afvalinzamelpunt voor een correcte verwerking.
OORZAKEN
De stekker steekt niet in het
stopcontact, de schakelaar staat
niet op "1" of "2".
Het deksel (C) is niet correct
vastgeklemd.
Het apparaat is oververhit en de
beveiliging is geactiveerd.
De filter (C) is niet correct
geplaatst.
De hoeveelheid voedsel die
verwerkt wordt, is te groot.
Het sapreservoir (E) is niet
correct geplaatst.
De filter (D) is geblokkeerd.
OPLOSSINGEN
Sluit het apparaat aan
op een stopcontact met
de juiste netspanning.
Bedien het apparaat.
Controleer of het deksel
(C) correct geplaatst en
vastgeklemd is.
Draai de regelknop (I)
naar 0, haal de stekker
uit het stopcontact, laat
het apparaat afkoelen
en schakel het opnieuw
in.
Controleer of de filter
(D) correct is geplaatst.
Laat het apparaat
afkoelen en verminder
de hoeveelheid te
verwerken voedsel.
Controleer of het
sapreservoir (E) correct
geplaatst is.
Maak de filter (D) en
het deksel (C) schoon.
Leeg vervolgens het
pulpreservoir (G).
NL
27