GEBRUIK
Gebruik instelling 7 en 8 voor:
•
bakken van dikke pannenkoeken;
•
bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
•
bakken van bacon (vet);
•
koken van rauwe aardappelen;
•
bakken van wentelteefjes;
•
bakken van gepaneerde vis;
•
doorkoken van pasta;
Gebruik instelling 4-6 voor:
•
doorkoken van grote hoeveelheden;
•
ontdooien van harde groenten;
•
bakken en garen van dun vlees.
Gebruik instelling 1-3 voor:
•
trekken van bouillon;
•
stoven van vlees;
•
zacht koken van groenten;
•
smelten van chocolade;
•
pocheren;
•
smelten van kaas.
NL 10