NL
(20) voor mp3-opnamen (
het display wordt de selectie (kort) weergegeven:
B
USB
= USB-aansluiting
CARD = SD/MMC-kaart
AUX
= ingang REC
5.3
De tracks afspelen
1) Start met de toets PLAY/PAUSE (10) de weer-
gave van de eerste track. Om een andere track te
selecteren, zie hoofdstuk 5.4.
Tijdens het afspelen wordt op het display (2)
het tracknummer en de reeds verstreken speel-
tijd van de track (min : sec) weergegeven. Het
kleine getal bovenaan geeft het aantal mappen
aan waarin de track zich bevindt. De tracks zon-
der map bevinden zich in de hoofdindex ROOT
die met het nummer 1 wordt aangeduid.
2) Om het afspelen te onderbreken, schakelt u met
de toets PLAY/PAUSE naar pauze. De tijdsweer-
gave knippert. Om het afspelen te hervatten,
drukt u opnieuw op de toets PLAY/PAUSE.
3) Als er in plaats van de tijdsweergave gegevens
over de track moeten worden aangegeven, houdt
u tijdens het afspelen van een track de toets
FIND (15) 1 seconde lang ingedrukt. Op het dis-
play verschijnen na elkaar volgende gegevens
(indien beschikbaar):
FILE*
= bestandsnaam
TITLE
= tracknaam
ARTIST = naam van de kunstenaar
ALBUM = naam van het album
* Wordt alleen weergegeven bij het opstarten.
Opmerking: In de pauzemodus wordt op het display
de reeds verstreken speeltijd flikkerend weergegeven.
Evenzo kunt u met de toets FIND terug naar de
tijdsweergave schakelen.
4) Om het afspelen te beëindigen, drukt u op de
toets STOP (9). De speler stopt en op het display
verschijnt de melding STOP.
E
4) Para cambiar entre tarjeta de memoria y memo-
ria USB, pulse el botón FUNC (18). Con este
botón también se selecciona la entrada REC (20)
para grabaciones MP3 (
visualizador muestra (brevemente) la selección:
USB
= conexión USB
CARD = tarjeta SD/MMC
AUX
= entrada REC
5.3
Reproducción de las pistas
1) Inicio la reproducción de la primera pista con el
botón PLAY/PAUSE (10). Para seleccionar otra
pista, ver apartado 5.4.
Durante la reproducción, el visualizador (2)
muestra el número de pista y el tiempo reprodu-
cido de la pista (min : seg). El número pequeño
superior muestra el número de la carpeta que
contiene la pista. Las pistas sin carpeta están en
el directorio ROOT marcado con el nº 1.
2) Para interrumpir la reproducción, ponga el aparato
en pausa con el botón PLAY/PAUSE. Parpadea la
indicación del tiempo. Para continuar la reproduc-
ción, pulse el botón PLAY/PAUSE de nuevo.
3) Para visualizar la información sobre la pista en
vez de la indicación temporal, mantenga pulsado
el botón FIND (15) durante 1 segundo cuando se
reproduzca una pista. El visualizador muestra
sucesivamente la siguiente información (si está
disponible):
FILE*
= archivo
TITLE
= título
ARTIST = artista
ALBUM = álbum
*Sólo se muestra cuando se inicia la reproducción.
Nota: Durante el modo pausa, el visualizador muestra
siempre el tiempo reproducido mientras parpadea.
Con el botón FIND puede volver a la indicación
temporal del mismo modo.
4) Para pausar la reproducción, pulse el botón
STOP (9). El lector se pausa y en el visualizador
se muestra STOP.
16
5.4
Een track selecteren
hoofdstuk 5.11). Op
5.4.1 Het tracknummer rechtstreeks selecteren
Met de cijfertoetsen (11) kunt u een track door
invoeren van het nummer ervan rechtstreeks selec-
teren. Om de track te starten, drukt u vervolgens op
de toets PLAY/ PAUSE (10). Voorbeelden:
Tracknr. Toetsen
4
27
135
Opmerking: De tracks worden door het apparaat als volgt
doorgenummerd:
1. alle tracks zonder mappen in de hoofdindex ROOT
2. alle tracks in mappen op de hoofdindex
3. alle tracks in submappen etc.
De nummering van de mappen gebeurt niet in alfabetische
volgorde, maar kan met de mapzoekfunctie (
5.4.4) snel worden bepaald. De tracknummers worden ook
bij het alfabetisch zoeken van tracks op het display weer-
gegeven(
5.4.2 Naar een volgende of vorige track gaan
Om een of meerdere tracks vooruit te gaan of terug
te keren, drukt u even op de toets UP/CUE resp.
DOWN/REV (8).
Toets UP/CUE: naar de volgende track gaan
Toets DOWN/REV: naar het begin van de geselec-
teerde track terugkeren. Door verschillende keren
op de toets DOWN/REV te drukken, wordt telkens
een track teruggesprongen.
Opmerking: Druk slechts even op de toetsen DOWN/
REV en UP/CUE, anders wordt er snel achteruit of vooruit
gezocht.
5.4.3 Tracks alfabetisch zoeken
1) Druk kort op de toets FIND (15). Op het display
knippert het vergrootglas . In de onderste regel
van het display verschijnt "A –" en de eerste track,
die met de letter A, start.
2) Selecteer met de toets UP/CUE [vooruit zoeken]
of DOWN/REV (8) [achteruit zoeken] de letter
met welke de gezochte track begint. Daarbij kun-
5.4
Selección de pista
5.4.1 Selección directa del número de pista
apartado 5.11). El
La pista puede seleccionarse directamente ano-
tando su número con las teclas numéricas (11).
Para iniciar la pista, pulse el botón PLAY/ PAUSE
(10). Ejemplos:
Nº de pista Botones
4
27
135
Nota: Las pistas se numeran consecutivamente por el
aparato del siguiente modo:
1. Todas las pistas sin carpeta en el directorio ROOT.
2. Todas las pistas en las carpetas del directorio ROOT.
3. Todas las pistas en subcarpetas, etc.
Las carpetas no están numeradas alfabéticamente pero el
número de la carpeta puede encontrarse fácilmente con la
función de búsqueda de carpeta (
números de pista también se visualizan durante la bús-
queda alfabética de pistas (
5.4.2 Avanzar o retroceder pistas
Para avanzar o retroceder una o varias pistas, pulse
brevemente el botón UP/CUE o DOWN/REV (8).
Botón UP/CUE: Salta a la siguiente pista
Botón DOWN/REV: Retrocede al inicio de la pista
actual. Cada vez que se pulsa el botón DOWN/REV,
el aparato retrocede una pista más.
Nota: Pulse los botones DOWN/REV y UP/CUE sólo breve-
mente, de lo contrario avanzaría o retrocedería rápidamente.
5.4.3 Búsqueda alfabética de pistas
1) Pulse brevemente el botón FIND (15). La lupa
se muestra de modo parpadeante. La línea infe-
rior del visualizador muestra "A –" y la primera
pista con la letra A.
2) Con el botón UP/CUE [búsqueda hacia delante]
o DOWN/RE (8) [búsqueda hacia atrás] selec-
cione la letra inicial de la pista a buscar. También
pueden seleccionarse los números 0 a 9. Se
4, PLAY/ PAUSE
2, 7, PLAY/ PAUSE
1, 3, 5, PLAY/ PAUSE
hoofdstuk 5.4.3).
4, PLAY/PAUSE
2, 7, PLAY/PAUSE
1, 3, 5, PLAY/PAUSE
apartado 5.4.4). Los
apartado 5.4.3).
nen ook de cijfers 0 – 9 worden geselecteerd. Bij
letters en cijfers waarmee geen enkele track
begint, wordt de melding NONE weergegeven.
3) In geval van meerdere tracks met dezelfde
beginletter houdt u na het selecteren van de let-
ter de toets DOWN/REV of UP/ CUE ingedrukt tot
de beginletter knippert. Druk dan meerdere keren
kort op de toets DOWN/REV of UP/ CUE om de
track te zoeken.
4) Bij het zoeken van de track wordt ook steeds het
tracknummer op het display weergegeven (klein ge-
tal bovenaan). Als de gewenste track gevonden is,
start u het afspelen met de toets PLAY/PAUSE (10).
5.4.4 Mapselectie en mapzoekfunctie
Met de toetsen FOLDER SKIP (7) kunt u naar de
eerste track van de volgende map (rechter toets) en
hoofdstuk
naar de eerste track van de vorige map (linker toets)
springen. Een bepaalde map kan echter gemakkelij-
ker en sneller worden gevonden met de zoekfunctie:
1) Druk tweemaal kort op de toets FIND (15), zodat
op het display de melding
van de huidige map verschijnt.
Opmerking: Als de toets langer dan een seconde wordt
ingedrukt, schakelt het display tussen tijdsweergave en
trackweergave (
hoofdstuk 5.3, bedieningsstap 3).
2) Zoek met de toetsen UP/CUE en DOWN/REV
(8) de gewenste map. Het display geeft de eerste
acht letters van de mapnaam weer. Het bijbeho-
rende mapnummer verschijnt bovenaan links als
klein getal op het display.
3) Als de gewenste map gevonden is, drukt u op de
toets PLAY/PAUSE. De eerste track in deze map
wordt gestart.
4) Om een andere track te selecteren, drukt u op de
toets UP/CUE of DOWN/REV (
U kunt met de toets UP/ CUE ook van de laatste
track in een map naar de eerste track van de vol-
gende map springen, en met de toets DOWN /
REV van de eerste track in een map naar de laat-
ste track van de vorige map.
visualiza NONE para las letras y números que no
hacen referencia a un inicio de título.
3) Si hay varias pistas con la misma inicial, mantenga
pulsado el botón DOWN/REV o UP/CUE después
de seleccionar la letra hasta que la letra inicial par-
padea. A continuación busque la pista pulsando
brevemente el botón DOWN/REV o UP/CUE.
4) Cuando busque una pista, se muestra siempre el
número de pista (número pequeño superior). Si
se encuentra la pista que deseaba, inicie la
reproducción con el botón PLAY/PAUSE (10).
5.4.4 Selección de carpeta y búsqueda de carpeta
Con los botones FOLDER SKIP (7) puede ir a la pri-
mera pista de la siguiente carpeta (botón derecho) y
a la primera pista de la carpeta anterior (botón
izquierdo). Puede encontrar una carpeta concreta
de un modo más fácil y rápido con la función de bús-
queda:
1) Pulse brevemente el botón FIND (15) dos veces
de modo que la indicación
de la pista actual se visualicen.
Nota: Si se pulsa el botón más de un segundo, el
visualizador cambia entre indicación de pista e indica-
ción de tiempo (
apartado 5.3, paso 3).
2) Busque la carpeta deseada con los botones UP/
CUE y DOWN/REV (8). El visualizador muestra
las primeras ocho letras del nombre de la car-
peta. El número de carpeta correspondiente apa-
rece en la parte superior izquierda del visualiza-
dor como número pequeño.
3) Si ha encontrado la carpeta deseada, pulse el
botón PLAY/PAUSE. Se inicia la primera pista de
la carpeta.
4) Para seleccionar otra pista, pulse el botón UP/
CUE o DOWN/REV (
botón UP/CUE puede ir de la última pista de una
carpeta a la primera pista de la siguiente carpeta y
con el botón DOWN/REV de la primera pista de
una carpeta a la última pista de la carpeta anterior.
en de naam
ALBUM
hfdst 5.4.2).
y el nombre
ALBUM
apartado 5.4.2). Con el