nl
Inhoud
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop
van uw nieuwe Siemens-apparaat. Meer
informatie over onze producten vindt
u op onze internetsite.
Inhoud
Bestemming van het apparaat..................30
Belangrijke veiligheidsinstructies ..............30
In één oogopslag ......................................32
Inschakelbeveiliging .................................32
Symbolen en markeringen........................32
Bedienen ..................................................32
Reiniging en verzorging ............................34
Recepten ..................................................35
Afval..........................................................36
Garantie ....................................................36
In één oogopslag
De pagina's met afbeeldingen uitklappen.
X Afb. A
1 Motoreenheid (met snoeropbergvak)
2 Schakelaar
f = Apparaat uitschakelen
1 = Apparaat inschakelen /
Lage snelheid
2 = Apparaat inschakelen /
Hoge snelheid
3 Sluitbeugel
4 Pulpbak
5 Sapkom met deksel
6 Zeefbakje
a Uitloop
b Sluiting
Belangrijke aanwijzing
– Bij inschakeling van het apparaat
moet de sluiting geopend zijn (sluiting
bovenaan / À). Bij geopende sluiting
stroomt het sap in de sapkom.
– Bij het leegmaken van de sapkom
het apparaat uitschakelen (f)
en de sluiting sluiten (naar beneden
drukken / Á). Zo wordt het uitstromen
van sap stopgezet en voorkomt u dat de
ondergrond vuil wordt.
7 Zeef met keramische raspmessen
8 Deksel
32
9 Vulopening
10 Stopper
11 Kabelvak
Inschakelbeveiliging
Het apparaat kan alleen worden
ingeschakeld wanneer
– het zeefbakje en het deksel goed zijn
aangebracht en
– de sluitbeugel goed vastzit.
Vergrendeling van het deksel controleren
voor elk gebruik! Voor het eerste gebruik
van het apparaat moet het verpakkingsma-
teriaal volledig worden verwijderd!
Symbolen en markeringen
Symbool
Betekenis
À
De sluiting is open!
Á
De sluiting is gesloten!
Bedienen
X Afb. B
In elkaar zetten
W Gevaar voor letsel
– Alleen gebruiken wanneer het
aansluitsnoer en het apparaat niet
beschadigd zijn.
– Voor elk gebruik moet het hele
apparaat, vooral de zeef en het
zeefbakje, worden gecontroleerd op
beschadiging (scheuren, barsten).
– Raspmessen / messen op de bodem
van de zeef niet aanraken.
– Wees voorzichtig bij het sluiten van de
sluitbeugel, om te voorkomen dat uw
vingers bekneld raken.
■ Het snoer tot de gewenste lengte uit het
kabelvak trekken.
■ Zeefbakje aanbrengen in de
motoreenheid.