nld
Draadsnijmessen vervangen
De draadsnijmessen kunnen zowel bij gemonteerde als bij een afgenomen
snijkop (bijvoorbeeld op de werkbank) gebruikt en/of vervangen worden.
Daarvoor moet de klemhendel (15) worden losgemaakt, maar mag er niet
volledig afgeschroefd worden. Verstelschijf (16) op de greep van de klemhendel
tot in de eindpositie wegschuiven. In deze positie worden de snijkussens
gedemonteerd en gemonteerd. Er dient op gelet te worden dat de aan de
onderkant van de snijmessen opgegeven draadgrootte met de te snijden
schroefdraad overeenkomt. Bovendien dienen de, eveneens op de achterkant
van de snijkussens aangegeven, nummers met die op de houder van de snij-
kussens (17) overeen te stemmen.
De snijmessen zo ver in de snijkop schuiven tot de zich in de gleuf van de
snijmessenhouder bevindende kogel, inklikt. Als alle snijmes sen zijn gemonteerd,
wordt door het verschuiven van de verstelschijf de gewenste draadgrootte
ingesteld. Voor boutendraden de snijkop altijd op „BOLT" instellen. De verstel-
schijf via de klemhendel vastklemmen. De snijkop sluiten. Daartoe de sluit- en
openingshendel (18) krachtig naar rechts-onder drukken. De snijkop opent of
automatisch (bij conische pijpdraden) of is altijd met de hand te openen door
de sluit- en openingshendel naar links te drukken.
Indien bij snijkop 2½ – 3" en 2½ – 4" de houdkracht v/d klemhendel (15) wegens
verhoogde snijkracht (bv stompe draadsnijmessen) niet volstaat, en dat de
snijkop zich onder de snijdruk opent, moet de inbusbout v/d klemhendel (15)
in tegengestelde richting worden vastgetrokken.
De pijpsnijder (18) is voor het afkorten van buizen van ¼ – 2" en/of 2½ – 4"
geschikt.
De inwendige ontbramer (19) wordt voor buizen van ¼ – 2" en/of 2½ – 4" gebruikt.
De schuifspil dient tegen verdraaien beveiligd te worden d. m. v. het inklikken
in de ontbraamarm. Dit naargelang de positie van de buis, vóór- of achteraan.
3.2. Klauwplaten
Voor Robot t/m 2" is voor spannen van diameters < 8 mm, voor Robot t/m 4"
voor spannen van diameters < 20 mm een aan de diameter aangepaste klem-
huls (art.nr. 343001) nodig. Bij bestel ling van de klemhuls de gewenste diameter
aangeven.
Snelspanslagsysteem (1), geleidingsplaat (2)
Het voorste snelspanslagsysteem, met grote spanring en in de bek kenhouder
geplaatste beweeglijke spanbekken, garandeert centrisch en veilig spannen
bij geringe krachtsinspanning. Zodra het materiaal buiten de geleidingsplaat
(2) steekt, kan deze gesloten worden.
Wisselen van de spanbekken
Spanbekken (24) met spanring (22) tot op ca. 30 mm spandiameter sluiten.
Bouten van de spanbekken (24) verwijderen. Spanbekken met geschikt gereed-
schap (schroevendraaier) naar achteren uitschuiven. Nieuwe spanbekken met
gemonteerde schroef van voren in de spanbekkendrager inschuiven.
3.3. Werkvolgorde
Alvorens het werk te beginnen, dienen blokkeringen door spanen en brokstukken
van het werkstuk te worden verwijderd.
Gereedschappen uitklappen en gereedschapdrager door middel van aandruk-
hendel (8) in rechtse eindpositie brengen. Materiaal door de geopende gelei-
dingsplaat (2) en door het geopende snelspan-slagsysteem (1) invoeren, zodat
het ca. 10 cm uit het snelspan-slagsysteem uitsteekt. Snelspan-slagsysteem
sluiten totdat de spanbekken op het materiaal aanliggen. Door middel van de
spanring, na korte openingsbeweging, met één of twee slagen het materiaal
vastspan nen. Door het sluiten van de geleidingsplaat (2) wordt het naar achteren
uitstekende materiaal gecentreerd. Snijkop naar beneden klap pen en sluiten.
Schakelaar (3) op 1 plaatsen, voetschakelaar (4) indrukken. Type U wordt
alleen met de voetschakelaar (4) in- en uitgeschakeld.
Bij Type K en Type D kan men voor het afsnijden, ontbramen en het snijden
van kleinere draad de 2de versnelling kiezen. Hiervoor bij draaiende machine,
schakelaar (3) met snelle beweging van stand 1 naar stand 2 schakelen. De
snijkop met aandrukhendel (8) tegen het draaiende materiaal drukken.
Na één tot twee schroefgangen snijdt de kop automatisch verder. Indien bij
konische pijpdraden de met de norm overeenkomstige draadlengte is verkregen,
wordt de snijkop automatisch geopend. Bij lange en boutendraden moet de
snijkop, terwijl de machine loopt, met de hand geopend worden. Voetschake-
laar (4) loslaten. Snelspan-slagsysteem openen, materiaal wegnemen.
Door het bijspannen v/h materiaal kunnen onbegrensd lange schroefdraden
gesneden worden. Hiertoe voetschakelaar (4) tijdens het draad snijden, op het
ogenblik dat de werktuighouder het machinehuis nadert, loslaten. De snijkop
niet openen. Materiaal ontspannen, werk tuighouder en materiaal met aandruk-
hefboom in correcte einstand brengen. Materiaal opnieuw spannen, machine
weer inschakelen.
Voor het afsnijden van buizen wordt de pijpsnijder (18) naar binnen gedraaid
en door middel van de aandrukhendel in de gewenste snijpositie geschoven.
Door de spil naar rechts te draaien wordt de draai ende pijp afgesneden.
De door het afsnijden ontstane inwendige braam wordt met de inwendige
ontbramer (19) verwijderd.
Aftappen van draadsnij-olie: De slang van de gereedschaphouder (7) afnemen
en in een oliekan houden. De machine laten lopen totdat het carter leeg is. Of:
carterstop (25) verwijderen en oliebak leeg laten lopen.
3.4. Maken van nippels en dubbele nippels
Voor het snijden van nippels wordt de ROLLER'S Spannfix (automatisch
inwendig spannend) en ook de ROLLER'S Nipparo (inwendig span nend)
gebruikt. De buiseinden dienen daarbij ontbraamd te zijn. De stukken buis altijd
tot aan de aanslag opschuiven.
Om het stuk buis – met of zonder schroefdraad – met de ROLLER'S Nipparo
te kunnen spannen, wordt door het draaien van de spil met een stuk gereed-
schap (bijvoorbeeld een schroevendraaier) de kop van de nippelspanner
gespreid. Ditmag uitsluitend gebeuren indien hetstuk buisover de nippelspanner
geschoven is.
Zowel bij ROLLER'S Spannfix als bij ROLLER'S Nipparo dient erop gelet te
worden dat er geen kortere nippels gesneden worden dan de norm toelaat.
3.5. Snijden van linkse draden
Voor linkse draden zijn alleen ROLLER'S Robot 2K, 2D, 3K, 3D, 4K en 4D
geschikt. De snijkop in de gereedschapsdrager moet voor het snijden van linkse
draden b.v. met een bout M 10 x 40 geborgd worden, anders kan deze opgetild
worden en het begin van de draad beschadigen. Schakelaar in positie "R"
zetten. Slangaansluitingen van de koelsmeerpomp omwisselen of de koelsmeer-
pomp kortsluiten. Alternatief omschakelventiel (art.nr. 342080) gebruiken
(accessoire), welke aan de machine bevestigd wordt. Met de hendel van het
omschakelventiel (fig. 3) wordt de doorstroomrichting van de koelsmeerpomp
omgekeerd.
4. Kontrole
GEVAAR
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de netstekker worden
uitgetrokken! Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
4.1. Onderhoud
De machines zijn onderhoudsvrij. De aandrijving loopt in een gesloten oliebad
en hoeft daarom niet gesmeerd te worden.
4.2. Inspectie / reparatie
De motor van Type U heeft koolborstels. Deze zijn aan slijtage onderhevig en
dienen daarom van tijd tot tijd gekontroleerd c.q. vervangen te worden. Hiervoor
de vier schroeven van het motordeksel plm. 3 mm losdraaien en beide deksels
van de motor halen. Zie ook 6., „Hoe te handelen bij storingen".
5. Aansluitschema's en gereedschaplijst
Zie volgende pagina.
6. Hoe te handelen bij storingen
6.1. Storing: Machine start niet.
Oorzaak:
● Noodstop niet ontgrendeld.
● Beschermingschakelaar van de motor is afgeslagen.
● Versleten of defecte koolborstels (Type U).
6.2. Storing: Machine trekt niet door.
Oorzaak:
● Snijmessen zijn stomp.
● Slechte draadsnij-olie.
● Stroomnet overbelast.
● Te kleine verlengkabelsectie (min. 2,5 mm²).
● Slecht contact van de stekkers.
● Versleten koolborstels (Type U).
6.3. Storing: Geen of onvoldoende olietoevoer bij de snijkop.
Oorzaak:
● Pomp defect.
● Onvoldoende draadsnij-olie in het carter.
● Zeef in de aanzuigbuis verontreinigd.
6.4. Storing: Ondanks de juiste instelling op de schaal zijn de snijmessen te
ver geopend.
Oorzaak:
● Snijkop niet gesloten.
6.5. Storing: Snijkop opent niet.
Oorzaak:
● Bij open snijkop werd de draad voor de daarop volgende pijpdiameter
gesneden.
● Lengte-aanslag weggeklapt.
6.6. Storing: Geen bruikbare draad.
Oorzaak:
● Snijmessen zijn stomp.
● Snijkussens onjuist gemonteerd. Let op de nummers.
● Geen of onvoldoende olietoevoer.
● Slechte draadsnij-olie.
● Aanzetbeweging van de gereedschaphouder wordt belemmerd.
nld