NL
6 Gebruik
Elke persoon die betrokken is bij het gebruik, het onderhoud en de
reparatie van het product moet deze handleiding en de instructies voor
eventuele hulpstukken en accessoires hebben gelezen en begrepen.
6.1 Kwalificatie van de operators
De exploitant van het product mag alleen personen die vertrouwd zijn met
deze taak, het product zelfstandig laten gebruiken.
Met deze opdracht vertrouwd zijn, omvat ook dat de betreffende personen
overeenkomstig met de opdrachtsbepaling opgeleid zijn en zowel de
gebruikshandleiding als de desbetreffende werkingsaanwijzingen kennen.
Het product mag alleen worden gebruikt door getraind of geïnstrueerd
personeel.
Alleen zo bereikt men een bewustzijn van veiligheid en gevaren bij alle
medewerkers.
6.2 Bedieningselement en bewakingstechniek
6.2.1 Hoofdmenu – Product in-/uitschakelen
Het product is uitgerust met een 4,3" kleuren-bedieningsdisplay of een 5,7"
kleuren-bedieningsdisplay. Het oppervlak wordt bediend door het
bedieningsdisplay aan te raken of door van de vier toetsen onder het
bedieningsdisplay in te drukken.
De gebruikersinterface is als volgt opgebouwd:
Afb. 77: Bedieningselementen
1502783-02
- 149 -