apparaat in contact komt of anderszins heet kan worden. Leid de elektrokabel niet
onder tapijt door, bedek het niet met matten, lopertjes o.i.d. en houd de kabel
buiten de looproute. Zorg ervoor dat er niet op getrapt wordt en er geen meubels op
worden gezet. Leid de elektrokabel niet om scherpe hoeken en wind het na gebruik
niet te strak op! Voorkom dat de elektrokabel in contact komt met olie,
oplosmiddelen en scherpe voorwerpen. Controleer de elektrokabel en stekker
regelmatig op beschadigingen. Draai of knik de elektrokabel niet en wind het niet om
het apparaat; dat kan de isolatie beschadigen!
10. Het gebruik van een verlengkabel wordt afgeraden omdat dit oververhitting en brand
kan veroorzaken. Is het gebruik van een verlengkabel onvermijdelijk, zorg dan voor
een onbeschadigd, goedgekeurd verlengkabel met een minimale doorsnee van
2x2,5mm² en een minimaal toegestaan vermogen van 2400 Watt. Rol de verlengkabel
altijd geheel af om oververhitting te voorkomen.
11. Sluit het apparaat alleen aan op een vast stopcontact. Gebruik geen verdeeldoos/
tafelcontactdoos e.d.
12. Tijdens het gebruik kan de stekker lauw aanvoelen; dat is normaal. Is hij echt warm,
dan mankeert er waarschijnlijk wat aan het stopcontact. Neem contact op met uw
elektricien.
13. Schakel het apparaat altijd eerst uit met de hoofdschakelaar en neem dan de stekker
uit het stopcontact. Nooit het apparaat d.m.v. de stekker uitschakelen!
14. Voorkom dat vreemde voorwerpen door de straling /ventilatie- of uitblaasopeningen
het apparaat binnendringen. Dit kan een elektrische schok, brand of beschadiging
veroorzaken.
15. Laat een werkend apparaat nooit zonder toezicht achter maar schakel het apparaat
éérst uit en neem vervolgens de stekker uit het stopcontact.
16. Altijd stekker uit het stopcontact als dit apparaat niet in gebruik is! Pak de stekker
daartoe in de hand; trek nooit aan de elektrokabel!
17. Dit apparaat wordt heet tijdens het gebruik. Raak het apparaat niet aan tijdens of kort
na het gebruik: dat veroorzaakt brandwonden.
18. Bedien het apparaat nooit met natte handen.
Waarschuwingen door wie het apparaat gebruikt mag worden
1.
Kinderen, jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt te worden gehouden, tenzij er
continu toezicht op hen is.
2.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar mogen het apparaat uitsluitend aan- of uitschakelen
als het apparaat op zijn normale werkplek is opgesteld of is geïnstalleerd en wanneer
er toezicht op hen wordt gehouden of wanneer zij instructies hebben ontvangen
aangaande het op veilige wijze gebruiken van het apparaat en begrijpen welke
gevaren eraan verbonden zijn. Kinderen tussen de 3 en 8 jaar mogen niet de stekker
in het stopcontact steken, niet het apparaat regelen of reinigen en er geen
gebruikersonderhoud aan uitvoeren.
3.
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en personen met verminderde
fysieke, zintuiglijke of geestelijke vaardigheden of gebrek aan ervaring en kennis
worden gebruikt wanneer er toezicht op hen wordt gehouden of wanneer zij
9