Mitsubishi Electric Mr. SLIM SLZ-M FA Serie Manuel D'installation page 77

5. Koelleidingwerk
A
M15 - 35: ø9,52
M50: ø12,7
M60: ø15,88
Fig. 5-1
b
a
90
Fig. 5-2
b
a
c
d
Fig. 5-3
Fig. 5-4
a
A
b
c
Fig. 5-5
A Binnenunit
B Buitenunit
ø6,35
B
a Koperen leidingen
c
b Goed
d e f c Niet goed
d Scheef
e Ongelijk
f Bramen
a Braam
b Koperen buis/leiding
c Opruimer
d Pijpsnijder
a
a Optrompmoer
b Koperen leiding
b
a Trompgereedschap
b Matrijs
e
c Koperen leiding
d Optrompmoer
b
e Span
d
c
5.1. Voorzorgsmaatregelen
Voor apparaten die R32/R410A-koelstof gebruiken
• Gebruik alkylbenzeenolie (kleine hoeveelheid) als koelolie voor de flensge-
deelten.
• Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, naadloze C1220-pijpen van koper
of koperlegeringen als koelstofpijpen. Gebruik koelstofpijpen van de in de
onderstaande tabel aangegeven dikte. Controleer of de binnenkant van de
pijpen schoon is en vrij van schadelijke stoffen zoals zwavelverbindingen,
oxidanten, vuil of stof.
Waarschuwing:
Bij het installeren, verplaatsen of onderhouden van het apparaat dient u voor
het vullen van de koelstofpijpen uitsluitend gebruik te maken van de koelstof
die op de buitenunit is gespecificeerd. Meng de koelstof niet met andere koel-
stoffen en let erop dat er geen lucht in de pijpen achterblijft.
Als de koelstof wordt gemengd met lucht, kan dit een uitzonderlijk hoge druk
in de koelstofpijp tot gevolg hebben. Dit kan resulteren in explosiegevaar en
andere gevaren.
Als er een andere koelstof wordt gebruikt dan de voorgeschreven koelstof,
heeft dit mechanische storingen, storingen van het systeem of uitvallen van
het apparaat tot gevolg. In het ergste geval kan de veiligheid van het product
ernstig in gevaar komen.
5.2. Koelpijpen (Fig. 5-1)
Vervaardiging van leidingen
• Koelstofleidingen van 3, 5, 7, 10 en 15 meter kunnen desgewenst worden gebruikt.
(1) Onderstaande tabel geeft de specificaties voor de leidingen die in de handel
verkrijgbaar zijn.
Buitendiameter
Model Leiding
mm
Voor vloeistof 6,35
M15 - 35
Voor gas 9,52
Voor vloeistof 6,35
M50
Voor gas 12,7
Voor vloeistof 6,35
M60
Voor gas 15,88
(2) Controleer of de 2 koelleidingen goed geïsoleerd zijn zodat condensvorming wordt voorkomen.
(3) De buigzaamheidsradius van de koelleiding moet 100 mm of meer zijn.
Voorzichtig:
Gebruik isolatie van de juiste dikte. Te dikke isolatie veroorzaakt plaatsgebrek
achter de binnenunit en te dunne isolatie kan leiden tot condensdruppelvorming.
5.3. Optrompen
• De belangrijkste oorzaak van gaslekken is een fout bij het optrompen.
Voer de volgende procedure uit om een juiste conische afdichting te maken.
5.3.1. Leidingen snijden (Fig. 5-2)
• Snijd de koperen leiding recht af met een pijpsnijder.
5.3.2. Bramen verwijderen (Fig. 5-3)
• Verwijder zorgvuldig alle bramen uit de doorsnede van de buis/leiding.
• Houd het uiteinde van de buis/leiding naar beneden om te voorkomen dat er ko-
pervijlsel in de leiding valt.
5.3.3. Moeren bevestigen (Fig. 5-4)
• Verwijder de optrompmoeren die aan de binnen- en buitenunit zijn bevestigd en
bevestig deze aan de buis/leiding nadat de bramen zijn verwijderd.
(Ze zijn niet meer te plaatsen nadat de afdichting gemaakt is.)
5.3.4. Optrompen (Fig. 5-5)
• Gebruik optrompgereedschap voor het optrompen (rechts).
A (mm)
Diameter leiding
Bij gebruik van het gereedschap
(mm)
voor R32/R410A
Bankschroeftype
6,35 0 - 0,5
9,52 0 - 0,5
12,7 0 - 0,5
15,88 0 - 0,5
Houd de koperen leiding stevig vast in de matrijs met de maat uit bovenstaande tabel.
Minimale Dikte van Isolatiema-
muurdikte isolatie teriaal
inch
1/4 0,8 mm 8 mm
Hittebe-
3/8 0,8 mm 8 mm
stendig
schuimplas-
1/4 0,8 mm 8 mm
tic met 0,045
1/2 0,8 mm 8 mm
specifieke
1/4 0,8 mm 8 mm
dichtheid
5/8 1,0 mm 8 mm
Afmetingen
+0
B (mm)
-0,4
9,1
13,2
16,6
19,7
nl
6