NL
Gebruik
OPGELET!
■
Houd de zuigmonden tijdens gebruik nooit in de buurt van lichaamsdelen of dieren
en steek uw vingers er niet in. Zij zouden zich kunnen vastzuigen/u kunnen bezeren.
Mocht de stofzuiger zich toch eens vastzuigen, schakel dan het apparaat direct uit.
■
Schakel het apparaat pas dan in, wanneer u er zeker van bent, dat de zuigmond van
het opvangreservoir, het inzetstuk en de fi lter correct zijn geplaatst. De siliconen-
stop (16) van het inzetstuk moet tot de aanslag in de opening zitten!
■
Schakel het apparaat altijd eerst uit, voordat u een zuigmond verwisselt resp. overige
toebehoren aanbrengt of verwijdert!
■
Zuig in geen geval de volgende dingen op:
– gloeiende as, sigarettenpeuken, lucifersstokjes etc.
– brandbare of ontvlambare stoffen
– zeer fi jn stof (bijv. betonstof), as of toner
– scherpe, harde voorwerpen zoals grotere glassplinters
■
Leeg en reinig het opvangreservoir na elk gebruik, resp. wanneer de maximale
vulstand (markering) is bereikt (zie hoofdstuk 'Apparaat en toebehoren reinigen').
BELANGRIJK: vul het opvangreservoir niet te vol, in de rechthoekige ventila-
tieopening van het inzetstuk mag geen vloeistof binnendringen!
■
Schakel het apparaat na elk gereinigd oppervlak uit, daarmee wordt de bedrijfsduur
per acculading aanmerkelijk verhoogd.
■
Test het veegopzetstuk vóór gebruik op gevoelige (hoogglanzende) oppervlakken op
een onzichtbare plek.
■
Gebruik het apparaat niet, wanneer het is aangesloten op de voedingseenheid.
1. Plaats de gewenstezuigmond in de zuigopening en zorg ervoor, dat alle overige de-
len juist zijn aangebracht aan het apparaat (zie hoofdstuk 'Opvangreservoir').
48
2. Druk de aan/uitschakelaar (2) omlaag, om het apparaat in
te schakelen.
3. Leid de zuigmond over het te reinigen oppervlak. Contro-
leer tijdens het gebruik of de maximale vulstand (marke-
ring) in het opvangreservoir is bereikt. Is dit het geval, dan
moet hij worden geleegd.
4. Druk de aan-/uitschakelaar weer omlaag, om het apparaat
uit te schakelaar.
5. Leeg na elk gebruik het opvangreservoir en reinig regel-
matig het inzetstuk ervan alsook de fi lter (zie hoofdstuk
'Apparaat en toebehoren reinigen'). Laad de accu op (zie
hoofdstuk 'Accu opladen').