Om uitval en storingen in de weergave te voorkomen, kunt u de optie
HIGH QUALITY het beste alleen selecteren, als u een snelle internet-
verbinding hebt.
18.3. Internetinstellingen
Onder NETWORK kunt u de internetinstellingen vastleggen.
18.3.1. Netwerkassistent
Kies NETWORK WIZARD om het zoeken naar netwerken te starten.
Voer vervolgens de WEP/WPA-sleutel in om het apparaat te verbinden met het
draadloze AP.
18.3.2. WPS-verbinding opbouwen
OnderPBC WLAN SETUP kunt u een WPS-verbinding opbouwen:
Activeer de WPS-verbinding op het apparaat dat WPS ondersteunt, en beves-
tig de verbinding vervolgens op de internetradio door YES te selecteren en de
toets OK in te drukken.
18.3.3. Instellingen weergeven
Met VIEW SETTINGS kunt u naast informatie over het netwerk waarmee het ap-
paraat op het moment verbonden is, ook het MAC-adres van het apparaat opvra-
gen.
18.3.4. Wifi-regio selecteren
Onder WLAN-REGION kunt u de wifi-regio selecteren waar u het apparaat
gebruikt.
18.3.5. Handmatige instellingen
Onder MANUAL SETTINGS kunt u de kabelverbinding (ethernet) of de
draadloze verbinding (wifi) selecteren en de DHCP-functie op ON of OFF zet-
ten.
18.3.6. NetRemote PIN wijzigen
Onder NETREMOTE PIN-SETUP kunt u de viercijferige code wijzigen die wordt
ingevoerd bij het maken van verbinding met de LifeStream 2 app van een smartp-
hone of tablet.
18.3.7. Netwerkprofiel verwijderen
De laatste vier wifi-netwerken waarmee een verbinding is opgebouwd, worden
door het apparaat opgeslagen.
Selecteer onder NETWORK PROFILE een van deze netwerken en druk op
OK. Bevestig de vraag die vervolgens wordt gesteld, met YES om het netwerk
uit de lijst te verwijderen.
NL
FR
DE
37