13.1 Stroomuitval
Tijdens een stroomuitval stijgt de
temperatuur in het apparaat, hierdoor
verkort de bewaartijd en de kwaliteit
van de diepvriesproducten vermin-
dert.
Op onze website van uw apparaat
vindt in de technische gegevens de
bewaartijd van de diepvriesproducten
in geval van een storing.
Opmerkingen
¡ Het apparaat tijdens een stroomuit-
val zo weinig mogelijk openen en
geen andere levensmiddelen inrui-
men.
¡ De kwaliteit van de levensmiddelen
onmiddellijk na de stroomuitval
controleren.
– Diepvriesproducten die ontdooid
en warmer dan 5 °C zijn, weg-
gooien.
– Licht ontdooide diepvriesproduc-
ten koken of bakken en ofwel
verbruiken of opnieuw invriezen.
13.2 Apparaatzelftest uitvoe-
ren
Uw apparaat beschikt over een appa-
raatzelftest, welke storingen weer-
geeft, die uw service kan verhelpen.
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 89
Het apparaat na 5 minuten op-
2.
nieuw inschakelen. → Pagina 88
Houd binnen 10 seconden na het
3.
inschakelen de temperatuurinstel-
toets gedurende 3 tot 5 seconden
ingedrukt, tot 2°C brandt op de
temperatuurindicatie.
a De apparaatzelftest start wanneer
de temperatuurindicaties na elkaar
gaan branden.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest de temperatuurindicatie de
ingestelde temperatuur toont, is uw
apparaat in orde. Het apparaat
gaat over op de normale werking.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest "super" gedurende 10 se-
conden knippert, neem dan con-
tact op met de service.
14 Opslaan en afvoeren
14.1 Apparaat buiten gebruik
stellen
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 89
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Alle levensmiddelen verwijderen.
3.
Het apparaat ontdooien.
4.
→ Pagina 92
Het apparaat reinigen.
5.
→ Pagina 93
Om de ventilatie van het interieur
6.
te waarborgen het apparaat geo-
pend laten.
Opslaan en afvoeren nl
97