82 | Nederlands
Automatische nivellering
Om met automatische nivellering te werken, zet u het meetgereedschap op een ho-
rizontale, vaste ondergrond of bevestigt u het op de houder (16) of het statief (11).
Na het inschakelen compenseert de automatische nivellering automatisch oneffen-
heden binnen het zelfnivelleerbereik van ±4°. De nivellering is afgesloten, zodra de
laserlijnen niet meer knipperen.
Als de automatische nivellering niet mogelijk is, bijv. omdat de onderkant van het
meetgereedschap meer dan 4° van de horizontale lijn afwijkt of omdat het meetge-
reedschap vrij in de hand wordt gehouden, dan knipperen de laserlijnen permanent
in een langzaam ritme en het meetgereedschap werkt zonder automatische nivelle-
ring. De laserlijnen blijven ingeschakeld, de beide gekruiste lijnen lopen echter niet
meer dwingend in een rechte hoek ten opzichte van elkaar. Om te garanderen dat
de twee laserlijnen verder in een rechte hoek ten opzichte van elkaar lopen, plaatst
u het meetgereedschap orthogonaal (loodrecht) op de muur.
Om weer met automatische nivellering te werken, plaatst u het meetgereedschap
zodanig dat de onderkant horizontaal is uitgelijnd en wacht u de zelfnivellering af.
Zodra het meetgereedschap zich binnen het zelfnivelleerbereik vann ±4° bevindt en
is genivelleerd, branden de laserlijnen weer permanent.
Bij schokken of veranderingen van positie tijdens het gebruik wordt het meetge-
reedschap automatisch opnieuw genivelleerd. Controleer na een hernieuwde nivel-
lering de positie van de horizontale of verticale laserlijn met betrekking tot de refe-
rentiepunten om fouten door een verschuiving van het meetgereedschap te vermij-
den.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Gebruik bij het markeren altijd alleen het midden van de laserlijn. De breed-
u
te van de laserlijn wijzigt met de afstand.
1 609 92A 4J2 | (10.08.2018)
Bosch Power Tools