OBJ_BUCH-2312-004.book Page 104 Tuesday, November 8, 2016 4:12 PM
104 | Nederlands
Gebruik
Ingebruikneming
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbeheerd achter en schakel
het meetgereedschap na gebruik uit. Andere personen kunnen door de laser-
straal verblind worden.
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme temperaturen of tempera-
tuurschommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat
het meetgereedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op de juiste
temperatuur komen voordat u het in gebruik neemt. Bij extreme temperaturen of
temperatuurschommelingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap
nadelig worden beïnvloed.
Voorkom heftige schokken of vallen van het meetgereedschap. Na sterke ex-
terne inwerkingen op het meetgereedschap dient u, voordat u de werkzaamheden
voortzet, altijd een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren (zie „Nauwkeurigheids-
controle van het meetgereedschap", pagina 111).
In- en uitschakelen
Voor het inschakelen van het meetgereedschap drukt u kort op de aan/uit-toets 1 of
op de meettoets 4. Bij het inschakelen van het meetgereedschap wordt de laserstraal
nog niet ingeschakeld.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen, drukt u lang op de aan/uit-toets 1.
Als er ongeveer 5 min geen toets op het meetgereedschap wordt ingedrukt, wordt het
meetgereedschap automatisch uitgeschakeld om de batterij te ontzien.
Meten
Na het inschakelen bevindt het meetgereedschap zich in de
functie lengtemeting. Andere meetfuncties kunt u door het
meermaals indrukken van de toets 2 instellen (zie „Meetfunc-
ties", pagina 105).
Na het bevestigen van de meetfunctie met de meettoets 4
wordt de laserstraal ingeschakeld.
Als referentievlak voor de meting is na het inschakelen de achterkant van het meetge-
reedschap gekozen. Zie voor het wisselen van het referentievlak „Referentievlak kie-
zen", pagina 105.
1 609 92A 27L | (8.11.16)
Bosch Power Tools