De zaag instellen voor een zaagsnede in verstek
1. Maak de hendel
10
voor afstelling van de verstekhoek los
en kantel de zaagschoen (
door de aanwijzer tegenover het hoekmerkteken van uw
keuze te plaatsen.
2. Draai de hendel weer (naar rechts) vast.
Zaagsnede‑indicator (Afb. A)
De voorzijde van de zaagschoen heeft een indicator voor de
zaagsnede
9
voor verticaal zagen en onder een schuine hoek
zagen. Met deze indicator kunt u de zaag langs zaaglijnen
geleiden, die u op het te zagen materiaal hebt afgetekend.
De zaagsnede‑indicator wijst naar de linker (binnen)zijde van
het zaagblad, waardoor de sleuf of "zaagsnede" die door het
draaiende zaagblad wordt gezaagd, rechts van de indicator
uitkomt. Leid de zaag langs de afgetekende zaaglijn zodat de
zaagsnede uitkomt op het restmateriaal.
De Parallelle Langsgeleiding monteren en
afstellen (Afb. P)
De parallelle langsgeleiding
parallel aan de rand van het werkstuk.
Monteren
1. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
zodat de parallelle langsgeleiding kan passeren.
2. Steek de parallelle langsgeleiding
zoals wordt getoond.
3. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
Afstellen
1. Draai de afstellingsknop van de langsgeleiding
en zet de parallelle langsgeleiding
breedte. U kunt de afstelling aflezen van de schaalverdeling
van de langsgeleiding.
2. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
De stofafzuigpoort monteren (Afb. A, H)
De cirkelzaag wordt geleverd met een mondstuk voor
de stofafzuiging.
De poort voor stofafzuiging installeren
1. Maak de hendel voor afstelling van de zaagdiepte helemaal
los
4
.
2. Plaats de zaagschoen
5
3. Duw de poort voor de stofafzuiging
van de cirkelzaag tot de vergrendelingen ingrijpen en u een
klikgeluid hoort.
Voordat u het gereedschap in gebruik neemt
•
Controleer dat de beschermkappen goed zijn
gemonteerd. De zaagbladbeschermkap moet gesloten zijn.
•
Controleer dat het zaagblad draait in de richting van de pijl
op het zaagblad.
•
Gebruik geen zeer versleten zaagbladen.
5
, Afb. A) tot de gewenste hoek
24
wordt gebruikt voor het zagen
25
wat losser
24
in de grondplaat,
25
vast.
25
24
op de gewenste
25
vast.
in de laagste positie.
22
op the de behuizing
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Juiste handpositie (Afb. G)
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig
persoonlijk letsel, plaats ALTIJD uw handen in de juiste
positie, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, houd het gereedschap ALTIJD stevig
vast, zodat u bent voorbereid op een plotselinge terugslag.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
In‑ en uitschakelen (Afb. A)
Om veiligheidsredenen is de Aan/Uit‑schakelaar
gereedschap voorzien van een knop voor vergrendeling in de
Uit‑stand
1
.
Ontgrendel het gereedschap door de knop voor vergrendeling
in de Uit‑stand in te drukken.
U kunt de machine in werking zetten door op de Aan/Uit‑
schakelaar
2
los
wordt de knop voor vergrendeling in de Uit‑stand automatisch
ingeschakeld zodat wordt voorkomen dat de machine
onbedoeld wordt gestart.
KENNISGEVING: Schakel het gereedschap niet in of uit
wanneer het zaagblad het werkstuk of andere materialen
raakt.
Spanthaak (Afb. J)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, gebruik de spanthaak van het
gereedschap niet om het gereedschap aan uw lichaam te
hangen. Gebruik de spanthaak NIET om het gereedschap
vast te zetten of tijdens het gebruik aan een persoon of
voorwerp vast te maken. Hang het gereedschap NIET
boven uw hoofd en hang geen voorwerpen op aan
de spanthaak.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel dat zou
kunnen ontstaan doordat de cirkelzaag op gebruikers of
omstanders valt, let er vooral goed op dat de zaag stevig
wordt ondersteund wanneer u de spanthaak gebruikt,
en plaats het gereedschap op een veilige en stabiele
plaats wanneer u het niet gebruikt. Houd de ruimte
eronder vrij zodat het risico dat het gereedschap of het
afgezaagde materiaal valt en iemand of iets eronder raakt,
wordt beperkt.
21
en de andere op de hulphandgreep
te drukken. Zodra u de Aan/Uit‑schakelaar loslaat
nEDERLanDs
12
.
2
van uw
99