Qlima DFA 2320 Manuel D'utilisation page 21

PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM OORZAAK
Het scherm geeft E0 weer 1.De "|AAN/O (UIT)" knop staat
op "| (AAN)" als de generator is
aangesloten.
De verwarmingseenheid ont- 1.Verkeerde pompdruk.
steekt, maar de hoofdprint-
plaat schakelt de verwarming-
2.Luchtuitlaat, luchtinlaat of
seenheid na korte tijd uit
pluisfilter is vies.
3.Brandstoffilter is vies.
Het scherm geeft E1 weer
4.Mondstuk van de brander
verstopt.
5.Fotocellens vies.
6.Fotoceleenheid niet correct
geïnstalleerd.(Vlam niet zicht-
baar)
7.Fotocel defect.
8.Geen goede elektrische
verbinding tussen fotocel en
hoofdprintplaat.
Motor slaat even aan, maar 1.Lege brandstoftank of
verwarmingseenheid brandt verontreinigde of verkeerde
niet brandstof.
2.Verkeerde pompdruk.
Het scherm geeft E1 weer
3.Brandstoffilter is vies.
4. Mondstuk van de brander
verstopt.
5.Koolafzetting op de bougie
en/of onjuiste opening
6.Ontstekingskabel zit niet vast
aan bougie.
7.Luchtlek in de olieleiding.
8.Hogere viscositeit brandstof
vanwege lage temperatuur.
9.Slechte elektrische verbinding
tussen fotocel en hoofdprint-
plaat.
De ventilator draait niet als 1.Thermostaatinstelling is lager
verwarmingseenheid is aang- dan kamertemperatuur.
esloten en de aan/uit-schake-
2.Geen stroom.
laar op ""AAN"" stond
ONDERHOUD
(ENKEL UIT TE VOEREN DOOR GEAUTORISEERDE PERSONEN)
WAARSCHUWING!
NOOIT ONDERHOUD UITVOEREN AAN DE KACHEL WANNEER
DE STEKKER IN HET STOPCONTACT STEEKT OF WANNEER DEZE HEET IS!
GEBRUIK ENKEL ORIGINELE VERVANGONDERDELEN. Het gebruiken van onderdelen van
1
40
OPLOSSING
1.Controleer na het loskoppelen
van de generator controleert
of de knop op "O" (UIT) staat.
Sluit de generator weer aan en
zet de knop op "(|)" AAN
1.Controleer instelling pomp-
druk.
2.Controleer luchtuitlaat,
luchtinlaat en pluisfilter.
3.Controleer brandstoffilter.
4.Reinig het mondstuk met per-
slucht of zo nodig vervangen.
5. Reinig fotocellens.
6.Controleer of het verbind-
ingsstuk van de fotocel goed in
de beugel grijpt.
7.Vervang fotocel.
8.Controleer elektrische aanslu-
itingen.
1.Verwijder verontreinigde of
verkeerde brandstofVul de tank
met schone diesel of kerosine.
2.Controleer instelling pomp-
druk.
3.Controleer brandstoffilter.
4.Reinig het mondstuk met per-
slucht of zo nodig vervangen.
5.Controleer bougie.
6.Bevestig ontstekingskabel aan
bougie. Controleer bougie.
7.Controleer de slangen, draai
de aansluitingen stevig vast, en
vervang deze zo nodig.
8.Vermeng diesel met 10-20%
kerosine.
9.Controleer elektrische aanslu-
itingen.
1.Draai thermostaatknop naar
een hogere instelling.
2. Controleer of de stroomkabel
en het verlengsnoer zijn aang-
esloten. Controleer stroomto-
evoer."
derde partijen of andere onderdelen zal de garantie doen vervallen en kan onveilige wer-
kingscondities veroorzaken.
Veeg de behuizing regelmatig af met een zachte spons of doek. Gebruik voor zeer vuilde
onderdelen een spons die in lauwwarm water met een mild reinigingsmiddel is gedompeld,
en veeg vervolgens droog met een schone doek.
Houd de luchtinlaat en ventilator vrij van vuil en stof. Blaas voorzichtig perslucht door de
luchtinlaat om de binnenste onderdelen te reinigen.
Inspecteer de stroomkabel regelmatig; indien deze versleten, gescheurd of beschadigd is
moet deze door de technische dienst worden vervangen.
Voordat de heater wordt opgeborgen moet deze helemaal afgekoeld en droog zijn. Dek
de heater af met een plastic zak, stop hem in de verpakkingsdoos en bewaar deze op een
droge, geventileerde plek.
Voor uitvoeren van onderhoudstaken moet de heater worden uitgeschakeld,
losgekoppeld en gedurende ten minste 15 minuten helemaal zijn afgekoeld.
Voer zelf geen elektrische reparaties uit. Neem contact op met een gekwali-
ficeerd elektricien als de heater onderhoud of reparatie nodig heeft.
Gebruik geen defecte unit tenzij een gekwalificeerd elektricien deze heeft
geïnspecteerd en gerepareerd.
Zorg er bij de reiniging voor dat er geen water het toestel binnendringt.
Open de behuizing niet om de interne delen te reinigen. Sproei geen water
in de heater.
Gebruik geen oplosmiddelen, benzine, tolueen en vergelijkbare agressieve
middelen om de heater te reinigen.
Voorafgaand aan elk nieuw seizoensgebruik worden de volgende controles
geadviseerd, UITSLUITEND DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL:
Mondstuk
Schroef het mondstuk voorzichtig van de mondstukfitting. Blaas perslucht door de ope-
ning van het mondstuk om verontreinigingen te verwijderen. Vervang het mondstuk indien
nodig.
Luchtfilters
Reinig de luchtfilters Verwijder de afdekkap van het filter (11), was het luchtinlaatfilter
(10) met een licht reinigingsmiddel en laat het grondig drogen voordat u dit terugplaatst.
Vervang het luchtuitlaatfilter (9) eenmaal per jaar (afb. 3)
Fig.3
1
41