NL
VÓÓR HET GEBRUIK
•
Neem voor het eerste gebruik eventueel
aanwezige olie af met een droge doek.
•
Reinig de rollen en de snijeenheid door er
enkele malen deeg doorheen te voeren.
Gooi dit deeg weg.
GEBRUIK
1.
Plaats de pastamaker op een geschikt
oppervlak.
2.
Zet de pastamachine met de klem vast
aan de ondergrond.
3.
Steek de slinger in de opening van de
roller.
4.
Verdeel het deeg in kleinere stukken, ten
hoogste 1 cm dik, alvorens het tussen de
rollen te voeren..
AFB. 5
5.
Er zijn zeven dikte-instellingen. Om de
maximale dikte in te stellen: trek de
dikteregelaar uit en draai hem zo dat de
gladde rollen volledig geopend zijn, met
een tussenruimte van ongeveer 5 mm.
AFB. 6
6.
Strooi wat droge bloem op het deeg
alvorens het uit te rollen of te snijden, om
te voorkomen dat het deeg aan de rollers
of de snijinrichting blijft plakken.
7.
Draai aan de zwengel om het deeg door
de pastamachine te voeren.
AFB. 7
LET OP!
•
Als het deeg te los is, voeg dan meer
bloem toe zodat het deeg tussen de
gladde rollen door kan passeren.
•
Als het deeg te droog is en niet tussen
de snijrollen wordt getrokken, voeg dan
een beetje water toe voordat het deeg
tussen de gladde walsen wordt geleid.
8.
Vouw het deegvel dicht en strooi wat
bloem op het oppervlak.
AFB. 8
24
9.
Herhaal dit twee of drie keer voor elke
dikte-instelling.
10. Herhaal bovenstaande stappen tot al het
deeg is bewerkt.
11. Herhaal de stappen met de instelling van
de maximale naar de minimale dikte
(stappen 1 tot en met 9). Sla geen enkele
dikte-instelling over.
AFB. 9
12. Wanneer het deeg een gelijkmatige dikte
heeft (ongeveer 0,5 mm), snijdt u het
met een mes in stukken van ongeveer
25 mm lang.
13. Verplaats de zwengel naar de opening in
de snijeenheid en draai langzaam rond
om het deeg door de snijrollen voor het
gewenste pastatype te voeren.
AFB. 10
AFB. 11
14. Leg het pastavel op een doek en laat het
1 tot 2 uur drogen.
15. Verwijder de snijeenheid van de
pastamachine door deze langs de
uitsparingen omhoog te tillen.
16. Herhaal dit in omgekeerde volgorde om het
hulpstuk op de pastamachine te plaatsen.
AFB. 12
ONDERHOUD
•
Wis de schraper onder de rollen tijdens
het gebruik regelmatig af met een droge
doek of keukenpapier.
AFB. 13
•
Wis de schraper onder de rollen tijdens
het gebruik regelmatig af met een droge
doek of keukenpapier.
AFB. 14
•
Maak de pastamachine na gebruik
schoon met een borstel of houten
gereedschap.
AFB. 15