INSTALLATIE
Ingebruikname
5.6 Wateraansluiting
f Sluit de leidingen drukloos aan op de afsluitkleppen van
de module.
f Controleer de juiste positie van de afsluitkleppen.
c04
c01
c06
Positie
Beschrijving
c04
Koudwateruitloop
c01
Koudwatertoevoer
c06
Warmwateruitloop
d33
-aanvoer
d34
Warmtegenerator retour
e30
Verwarmingscircuit aanvoer gemengd
e31
Verwarmingscircuit retour gemengd
5.7 Elektrische aansluiting
f Leg de elektriciteitskabels tot in de module.
f Betrek de module in de potentiaalvereffening. Gebruik de
aansluiting in het onderste linkerdeel van de montage-
plaat (min. 6 mm² CU).
Servobesturing
Functie
Grijs (N)
Spanning op zwart (L1-2)
Spanning op bruin (L1-1)
Geen spanning op bruin en zwart
6. Ingebruikname
WAARSCHUWING letsel
Beschadigde componenten kunnen onder hoge
druk barsten.
f Stel de module niet met beschadigde compo-
nenten in werking.
Materiële schade
Wanneer u de afsluitkleppen te snel opent, kunnen
drukgolven de module beschadigen.
f Open de afsluitkleppen langzaam.
Slib en vuil kunnen zich in de module afzetten en tot
geluiden, corrosie, storingen en oververhitting leiden.
f Spoel de module vóór de ingebruikname grondig
door.
84 |
d33
e30
e31
d34
Beschrijving
Nulleider
Ventieldrukplaat schuift in
Ventieldrukplaat schuift uit
Ventieldrukplaat blijft staan in de
huidige positie
Info
f Gebruik de ingebouwde aftapkranen.
f Houd de kogelkranen van de module gesloten
terwijl u de verwarmingscircuit-verdeler spoelt en
vult.
f Controleer de module zorgvuldig op beschadigingen (vi-
suele inspectie).
f Zorg ervoor dat vuil, stof en resten van montagewerk-
zaamheden zijn verwijderd.
f Controleer de vuilvangers. Reinig of vervang deze in-
dien nodig (zie hoofdstuk "Reiniging, verzorging en
onderhoud").
f Zorg ervoor dat de module volgens de voorschriften is
geïnstalleerd.
Dekvloer verwarmen
Wanneer u de dekvloer met behulp van de warmtegenerator
en de afleverset wilt drogen, gaat u als volgt te werk:
f Let op de handleiding van de warmtegenerator.
f Ruil de thermostaatkop van de regelklep om met de ther-
mostaatkop van de afschakelklep.
f De thermostaatkop van de regelklep op de afschakelklep
heeft geen speciale instelling nodig.
f Sluit de regelklep door de thermostaatkop van de afscha-
kelklep op de regelklep op stand 0 in te stellen.
f Open het injectieventiel volledig.
1
2
1 Regelklep met thermostaatkop en voeler
2 Afschakelventiel met thermostaatkop en voeler
3 Injectieventiel met thermostaatkop en voeler
f Vul en spoel de vloerverwarming via de aansluitingen aan
de verwarmingscircuit-verdelers. Spoel in de stromings-
richting (in de aanvoerverzamelaar, uit de retourverzame-
laar). Gebruik de aanwezige afdekkappen om de aanslui-
tingen te openen.
f Open de warmtegenerator-aanvoer om de module aan de
verwarmingszijde te vullen.
f Ontlucht de module.
Het opwarmprogramma van de warmtegenerator wordt uitge-
voerd zonder de invloed van de instellingen op de afleverset.
f Sluit de warmtegenerator-aanvoer.
3
WS-T/E Plus