. –" weergegeven op de lcd), houd dan de SENDER-toets 3 seconden
ingedrukt om de signaaloverdracht handmatig te ontvangen. Het
pictogram van de signaalsterkte "
Opmerkingen:
•
Plaats voor de beste meting de buitensensor buitenshuis en bescherm
deze tegen regen, harde wind en direct zonlicht.
•
De signaaloverdracht tussen de ontvanger (station) en zender (sensor)
heeft een maximaal bereik van 100 m in een open ruimte. In open
ruimtes zijn er geen storende obstakels zoals gebouwen, bomen,
voertuigen, hoogspanningslijnen, enz.
•
Wanneer u het apparaat inschakelt of reset zoek het apparaat 3
minuten naar het RF-signaal. Het pictogram van de signaalsterkte
"
" wordt weergegeven op de lcd.
Buitensensorenkanalen
•
Druk op de "SENDER"-toets om buitensensorkanaal 1, 2 of 3 op de
display weer te geven. "1", "2" of "3" zal dienovereenkomstig onder de
signaalsterkte "
•
Er kan slechts één sensor tegelijkertijd met elk kanaal verbonden zijn.
•
Om een sensor met een bepaald kanaal te verbinden, selecteert u
kanaal 1, 2 of 3 op de kanaalschakelaar aan de achterzijde van de
buitensensor voordat u deze start. Selecteer het corresponderende
kanaal op het station en houd de "SENDER"-toets 3 seconden
ingedrukt om de signaaloverdracht handmatig te ontvangen.
Radiogestuurde tijd en ontvangstmodus van het tijdsignaal
•
3 minuten nadat de batterijen zijn geïnstalleerd of het station is gereset
en het hoofdapparaat de signaaloverdract van de buitensensor heeft
ontvangen, zal de klok automatisch beginnen te scannen naar het
DCF-77-tijdsignaal. Het ontvangstpictogram voor het tijdsignaal "
knippert vervolgens op de lcd.
knippert, betekent
een actieve DCF-
signaalontvangst
•
De klok zoekt dagelijks automatisch naar het tijdsignaal om 1:00, 2:00,
3:00, 4:00 en 5:00 om een nauwkeurige tijd te behouden. Als de
" worden weergegeven.
brandt constant
en
knippert,
betekent een
geslaagde
signaalontvangst
NL 4
" knippert vervolgens op de lcd.
verdwijnt,
betekent een mislukte
signaalontvangst
"