Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
7.1
Parameters: Reflectietemperatuur
Bij de infraroodmeting van een bepaald object kan de meting door de reflectiestralingen van andere in
de buurt aanwezige objecten of ook van de omgevingslucht worden beïnvloed omdat het meetobject
niet volledig kan worden afgeschermd. Met behulp van de refletietemperatuur kunnen externe stralingen
worden gecompenseerd. Normaal gesproken is de reflectietemperatuur gelijk aan de omgevingstempe-
ratuur. Indien echter grotere objecten met een aanzienlijk groter temperatuurverschil (ca. > 20 °C) in de
buurt van het meetoppervlak voorhanden zijn, moet de invloed daarvan op het meetoppervlak in acht
worden genomen. Ga daarbij als volgt te werk:
Reflection Temperature
7.2
Parameters: Luchtvochtigheid
Luchtvochtigheid
ThermoCamera HighSense (Pro)
1. Stel de emissiegraad in op 1,0
2. Stel de focus onscherp (Zie hiertoe hoofdstuk 15.1)
3. Richt de camera in de tegenovergestelde richting
van het eigenlijke meetobject
4. Bepaal de gemiddelde temperatuur
5. Stel de gemiddelde temperatuur in als r
eflectietemperatuur
Bij een hoge luchtvochtigheid kan de lens van de
warmtebeeldcamera beslaan, waardoor de infra-
roodstraling niet volledig wordt gedetecteerd. De
infraroodstraling wordt onderweg door de atmosfeer
geabsorbeerd en verstrooid, onder meer door de
waterdamp in de lucht (relatieve luchtvochtigheid).
Vooral bij grotere afstanden, vanaf ca. 30 m tot het te
meten object, moet rekening worden gehouden met
deze invloeden. Ze kunnen de nauwkeurigheid van de
meting verminderen. Om de invloed van de relatieve
luchtvochtigheid te compenseren, kan deze parameter
worden ingesteld tussen 10% en 100%. Ook dichte
mist kan de meting beïnvloeden, omdat de water-
druppels bij de overdracht minder infraroodstraling
doorlaten.
07
NL
Publicité
