All manuals and user guides at all-guides.com
Nr.
Verschijnsel
Te controleren onderdelen
Controleer of de minischakelaars juist
staan ingesteld.
Controleer of het systeem en het adres
van de klimaatregelaar juist zijn ingesteld.
Controleer of de transmissiekabel met de
HARC-BX E herkent
klimaatregelaars is losgekoppeld.
de klimaatregelaar
Controleer of de door de fabrikant
niet, terwijl de
voorgeschreven transmissiekabels zijn
stroomtoevoer AAN
gebruikt voor de aansluiting op de
staat.
klimaatregelaars.
("" weergave op
Controleer of de transmissiekabel is
het 7-segment).
aangesloten op de klimaatregelaars ook
via de stroombron is bedraad.
Na weergave van " "
Controleer of de
2
op het 7-segment
eindaansluitpuntweerstand en de
hoeveelheid op de transmissiekabel naar
tijdens
de klimaatregelaar goed zijn ingesteld.
controlecyclus, komt
aantal
Controleer via zelfinspectie of het
daadwerkelijke
transmissiecircuit normaal functioneert.
klimaatregelaars
Controleer of de stroomtoevoer op de
hiermee niet
klimaatregelaars AAN staat.
overeen.
Controleer of de transmissiekabels
tussen de klimaatregelaars zijn
afgekoppeld.
Controleer of LED (H-L) voor de
transmissieweergave BRANDT.
Controleer of de LED (H-L) voor
transmissieweergave UIT staat.
Controleer of de door de fabrikant
voorgeschreven transmissiekabels zijn
gebruikt voor de aansluiting op de
klimaatregelaars.
Controleer of de transmissiekabel die is
aangesloten op de klimaatregelaars ook
via de bedrading van de stroombron is
bedraad.
Controleer of de
eindaansluitpuntweerstand en
hoeveelheid op de transmissiekabel met
de klimaatregelaars juist staan ingesteld.
Controleer via zelfinspectie of het
transmissiecircuit normaal functioneert.
7-segment geeft
Controleer of de stroomtoevoer op de
3
"
" aan.
klimaatregelaars AAN staat.
Controleer of de door de fabrikant
voorgeschreven transmissiekabels zijn
gebruikt voor de aansluiting op de
klimaatregelaar.
Controleer of de transmissiekabel die is
aangesloten op de klimaatregelaars ook
via de bedrading van de stroombron is
bedraad.
Controleer of de
eindaansluitpuntweerstand en de
hoeveelheid op de transmissiekabel naar
de klimaatregelaar goed zijn ingesteld.
Controleer via zelfinspectie of het
transmissiecircuit normaal functioneert.
ONDERHOUD EN SERVICE
Minischakelaar dient opnieuw ingesteld te
worden conform deel 4.1 in de installatie- en
onderhoudshandleiding en in de
gebruikshandleiding over de instelling van
HARC-BX E minischakelaar.
Het adres dient opnieuw ingesteld te
worden conform deel 4.2 in de installatie- en
onderhoudshandleiding en de
gebruikshandleiding.
Aansluiting van bedrading dient onderzocht
te worden.
Gebruik kabel met getwist paar(0,75 mm
Houdt minimaal 150 mm ruimte tussen de
draden.
Er dient slechts één eindweerstand per
systeem te worden ingesteld (weerstand
tussen draden is ongeveer 150 Ω).
Eindweerstand dient afgesteld te worden op
de transmissiedraad van de
klimaatregelaar.
De klimaatregelaar dient AAN te staan.
Verbinding van de bedrading dient te
worden onderzocht.
Controleer m.b.v. de zelfinspectie het
transmissiecircuit van de klimaatregelaar.
Controleer ook of het transmissiecircuit van
de klimaatregelaars normaal functioneert.
Controleer m.b.v. de zelfinspectie het
transmissiecircuit van de klimaatregelaar.
Controleer ook of het transmissiecircuit van
de klimaatregelaars normaal functioneert.
Gebruik kabel met getwist paar(0,75 mm
Houdt minimaal 150 mm ruimte tussen de
draden.
Er dient slechts één eindweerstand per
systeem te worden ingesteld (weerstand
tussen draden is ongeveer 150 Ω).
Eindweerstand dient ingesteld te worden op
de transmissiedraad aan de kant van de
klimaatregelaars.
Klimaatregelaars dienen INGESCHAKELD
te worden.
Gebruik kabel met getwist paar(0,75 mm
Houdt minimaal 150 mm ruimte tussen de
draden.
Er dient slechts één eindweerstand per
systeem te worden ingesteld (weerstand
tussen draden is ongeveer 150 Ω).
Eindweerstand dient ingesteld te worden op
de transmissiedraad aan de kant van de
klimaatregelaars.
/
6
17
Actie
2
).
2
).
2
).