6. Routine-inspectie
1. Stop met gebruiken als de gebruiker van mening is dat er problemen zijn in de pijplijn of de machine.
2. Controleer de situatie van het apparaat vóór of na het dagelijks gebruik.
3. Controleer of de machine voor gebruik gekanteld is.
4. Controleer of het bedieningspaneel beschadigd is.
5. Controleer of er vreemde geur of geur is tijdens het gebruik.
6. Controleer of er trilling geluid is.
7. Reiniging & Onderhoud
1. Schakel de stroom uit voordat u begint met reinigen en wacht tot het apparaat is afgekoeld om ongelukken
te vermijden.
2. Open de deur en verwijder de interne rekken. Reinig ze met water en afwasmiddel.
3. Maak na elke werkdag de binnen- en buitenkant, de bereidingskamer en het oppervlak van het netsnoer
schoon met een vochtige handdoek met een niet bijtend schoonmaakmiddel. Spuit de machine niet
rechtstreeks met water af. Dit kan de elektrische eigenschappen beschadigen en ongelukken met de
elektrische veiligheid veroorzaken.
4. Plaats de rekken terug na het reinigen. Schakel de stroom in en stel de thermostaat in op ongeveer 80°C om
de machine te drogen. Zet de thermostaat en de aan/uit-schakelaar uit wanneer het apparaat gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt.
5. Indien u het apparaat gedurende langere tijd niet zult gebruiken, maak het dan volledig schoon en bewaar
het in een goed geventileerd magazijn, vrij van corrosieve dampen.
6. Maak het apparaat niet schoon met een spuitpijp.
8. Probleemoplossing
8.1 Elektrisch schema
KM1, KM2
Wisselstroomschakelaar
EH1, EH2
Verwarmingselement
θS1
Overtemperatuurbeveiliging
PT
Timer
S1
Deurschakelaar
S2
Toevoerschakelaar
QT
Program controller
C1, C2
Capacitor
HL1
HL2, HL3
HL4
YV
M1, M2
θS2, θS3
ST
HL5
www.combisteel.com
Stroomindicator
Ovenlamp
Inlaatindicator
Magneetklep inlaat
Ventilatormotor
Thermische onderbreker
Thermostaat
Verwarmingsindicator
16