Verskoelvak
Afb. 7
In het verskoelvak heersen lagere
temperaturen dan in de koelruimte. Er
kunnen ook temperaturen onder 0 °C
optreden.
Ideaal voor het bewaren van vis, vlees en
worst. Niet geschikt voor salades,
groente en koudegevoelige
levensmiddelen.
Desgewenst kan de temperatuur in het
verskoelvak worden aangepast.
Lagere temperatuur: regelaar naar
■
rechts
Hogere temperatuur: regelaar naar
■
links
Wij adviseren een gemiddelde instelling.
Superkoelen
Bij het superkoelen wordt de koelruimte
ca. 2½ dag lang zo koud mogelijk
gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het
superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
vóór het inladen van grote
■
hoeveelheden levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
■
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is
ingeschakeld,
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
■
dan wordt ook de vriesruimte sterker
■
gekoeld.
In- en uitschakelen
Afb. 2
De temperatuurinsteltoets 3 meermaals
indrukken, tot de indicatie super 2
brandt.
Het superkoelen schakelt na ca. 2½ dag
automatisch uit.
Diepvriesruimte
De diepvriesruimte gebruiken
voor het opslaan van
■
diepvriesproducten,
om ijsblokjes te maken,
■
om levensmiddelen in te vriezen.
■
Aanwijzing
Let erop dat de deur van
het diepvriesruimte goed gesloten is! Bij
een open deur ontdooien de
diepvrieswaren. In de diepvriesruimte
vormt zich veel ijs. Bovendien:
energieverspilling door te hoog
stroomverbruik!
Maximale
invriescapaciteit
Gegevens over de maximale
invriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op
het typeplaatje. Afb. +
Voorwaarden voor max.
invriesvermogen
Supervriezen inschakelen voordat u
■
de verse levensmiddelen aanbrengt
(zie hoofdstuk „Supervriezen").
nl
69