Voordat de machine geïnstalleerd wordt dient de gebruiker de werkplek te controleren op
apparatuur die t.g.v. interferentie slecht functioneren. Let hierbij op:
• Primaire- en secundaire kabels, stuurstroomkabels en telefoonkabels in de directe en
nabije omgeving van de werkplek en de machine.
• Radio en/of televisie zenders en ontvangers.
• Computers of computer gestuurde apparatuur.
• Beveiligingen en besturingen van industriële processen.
• Persoonlijke medische apparatuur zoals pacemakers en gehoorapparaten.
• Meet- en ijkgereedschap.
• Controleer de elektromagnetische immuniteit van apparatuur op of nabij de werkplek. De
gebruiker dient er zeker van te zijn dat alle apparatuur in de omgeving immuun is. Dit kan
betekenen dat er aanvullende maatregelen genomen moeten worden.
• De dimensies van het gebied waarvoor dit geldt hangen af van de constructie en andere
activiteiten die plaatsvinden.
Neem de volgende richtlijnen in acht om elektromagnetische emissie van de machine te
beperken.
• Sluit de machine op het net aan zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Indien
storing optreedt, kan het nodig zijn aanvullende maatregelen te nemen zoals
bijvoorbeeld het filteren van de primaire spanning.
• De las- en werkstukkabel dienen zo kort mogelijk te zijn en naast elkaar liggen.
• Leg, indien mogelijk, het werkstuk aan aarde om elektromagnetisch emissie te beperken.
De gebruiker moet controleren of het aan aarde leggen van het werkstuk gevolgen heeft
voor het functioneren van apparatuur en de veiligheid van personen.
• Het afschermen van kabels in het werkgebied kan elektromagnetische emissie beperken.
Dit kan bij speciale toepassingen nodig zijn.
All manuals and user guides at all-guides.com
49