RE IN IGIN G EN ONDE R HOUD
s
Het apparaat moet na elk gebruik worden gereinigd.
●
Om het apparaat te reinigen, moet u het altijd eerst met de draaiknop uitscha-
●
kelen (stand OFF) en wachten tot het apparaat volledig tot stilstand is gekomen.
Haal vervolgens de stekker uit het stopcontact.
Haal de sapkan en pulphouder van het apparaat.
●
Demonteer de onderdelen van het apparaat zoals beschreven. We raden u aan
●
om de zeef samen met de sapschaal uit het apparaat te trekken en vervolgens de
schaal om te draaien om de zeef te verwijderen. Zo voorkomt u dat uw handen
in de buurt van de raspmessen komen.
Wilt u de zeef afzonderlijk uit het apparaat trekken, dan moet u de zeef aan de
bovenrand vastpakken zodat u de raspmessen niet aanraakt. Let op: de rasp-
messen zijn zeer scherp!
Alle verwijderbare delen kunnen met water worden gereinigd. De motoreenheid
●
mag echter niet in contact komen met water! Droog alle delen van het apparaat.
U kunt de verwijderbare delen in warm afwaswater (niet warmer dan 50 °C) met
●
een sponsje en de zeef met de meegeleverde borstel reinigen.
Reinig regelmatig de motoreenheid met een licht bevochtigde doek en een mild
●
reinigingsmiddel.
Let erop dat alle delen volledig droog zijn alvorens het apparaat in elkaar te
●
zetten.
Gebruik voor de reiniging geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen of
●
metalen schuursponsjes omdat die de oppervlakken kunnen beschadigen.
NL
113