Voordat u de motor aanzet
Controleer de olie!
NB: De motor werd van de fabriek ZONDER olie
verscheept. Controleer het niveau van de olie.
Voeg olie als nodig toe.
1. Vergewist u zich ervan dat de eenheid vlak is.
2. NB: Het niveau van de olie niet controleert terwijl de
motor loopt.
3. Propere het gebied rond de peilstok. Verwijder de
peilstok. Wis de olie van de peilstok.
4. Voeg de peilstok in de olievulling buis in. Draai de
peilstok rechtsdraaiende tot het strak is. Verwijder de
peilstok. Controleer het olieniveau op de peilstok. Het
olieniveau moet het VOLLEDIGE teken op de peilstok
bereiken.
5. Voeg zo nodig olie toe tot de olie het VOLLEDIGE
teken op de peilstok bereikt. De hoeveelheid van olie
had nodig van TOEVOEGEN naar VOLLEDIG is
getoond op de peilstok. Te veel olie niet voegt toe.
Brandstof toevoegen
WAARSCHUWING: Gebruik altijd
een veiligheidsbrandstofverpakking.
• Wanneer toevoegen
brandstof naar de
brandstoftank niet
rookt.
• De brandstof niet voegt
toe wanneer u in een
omheining gebied bent.
• Voor u brandstof
toevoeg, stop de motor
en verhuur de motor
afkoelt voor enkele
minuten.
• Vergewist u zich ervan dat de brandstof vers en
proper is. Leidde brandstof zal toenemen
waarborgsommen en zal het leven van de kleppen
verkorten.
• Wanneer voorzien van brandstof de tank, verzeker dat
u naar het niveau zoals getoond voorzie van brandstof.
(Figuur 26)
WAARSCHUWING: Een mengsel van
alcohol (ethanol of methanol) en benzine
("gasohol" wordt genoemd), zullen
vochtigheid en reden zuur
waarborgsommen tijdens opslag
aantrekken. Terwijl de eenheid in opslag is, kunnen
de zuur in de brandstof het brandstofsysteem
beschadigen.
Om motor problemen met het brandstofsysteem te
voorkomen, leeg het brandstofsysteem voor opslag van
30 dagen of langer als volgt.
1. Voer de brandstoftank af.
2. Begin de motor. Verhuur de motor tocht tot de
brandstoflijnen en de carburator leeg is.
3. Na opslag uitvoering zeker u gebruik verse
brandstof.
4. Nooit gebruik motor schoonmaakster of carburator
schoonmaakster in de brandstoftank of
permanente schade kunnen gebeuren.
Carburator
NB: De carburator wordt door de motor fabrikant
gekalibreerd en is niet verstelbaar.
Indien motor aan hoogten boven 1829 m (6.000 ft) is
bediend, zullen sommige carburators een speciaal hoog
hoogte hoofdstraalvliegtuig misschien vereisen. Zie uw
gemachtigd dienstcentrum.
22
Bransstoftank
Vol
Figuur 26
De fabrieksstanden voor de carburator zijn voor de meeste
voorwaarde. Indien de motor onder de volgende voorwaarde is
bediend, kan u het carburator mengsel regelen. Om de
carburator te regelen, zie de motor de instructies van fabrikant.
1. De motor heeft een verlies van macht of loopt vlot niet.
2. Een verandering van zomer tot winter operatie.
3. Een 40°C verandering in de operatie temperatuur. De
carburator werd aan 80 geregeld°C aan de fabriek.
4. De motor is boven 12 km (4.000 voet) bediend.
Hoe om de motor te beginnen
WAARSCHUWING: Het elektrische systeem
heeft
een
systeem dat een sensor schakelaar omvat,
besteeg in de stoel. Deze componenten
vertellen het elektrische systeem indien de
bedieningsman op de stoel zit. Dit systeem
zal
de
bedieningsman de stoel verlaat. Voor uw
bescherming vergewist u zich ervan altijd
dat dit systeem correct bedient.
NB: De motor zal niet beginnen tenzij u de ontkoppelingspedaal
rem pedaal deprimeer, beweeg de verandering hefboom naar
het neutrale (N) positie en beweeg de blad omwenteling
controle naar het LOSMAKEN positie.
1 . Open de brandstofhaan.
2. Zit in het midden van de
stoel. Duw de
ontkoppelingspedaal rem
pedaal volledig vooraan.
Houd uw voet op het
pedaal bij. (Figuur 27)
3. De controle zal de
handrem is AAN
verzekeren en geeft
langzaam de
ontkoppelingspedaal
pedaal vrij.
4. Beweeg de verandering
hefboom van de keerzijde
(R) positie naar het
neutrale (N) positie.
(Figuur 28) De deel speld
moet beneden in het
centrale gat van de
belemmerende bron na de
vrijlating van de verandering
hefboom gaan.
5. Vergewist u zich ervan dat de blad omwenteling
controle in het is LOSMAKEN positie.
6. Beweeg de gaspedaal controle volledig vooraan naar de
VERSTIKKING of SNELLE positie. Trek de verstikking knop
naar de volledige VERSTIKKING positie (indien uitgeruste).
7. Draai de ontsteking sleutel naar de START positie. Geef de
sleutel vrij wanneer de motor begint.
8. NB: Indien de motor na vier of vijf poging niet begint,
beweeg de gaspedaal controle naar de SNELLE positie.
Opnieuw zal poging de motor beginnen. Indien de motor,
te zien de OPLOSSINGGRAFIEK zal niet beginnen.
9. Beweeg langzaam de gaspedaal controle naar de
LANGZAME positie. Indien model een afzonderlijke
verstikking knop heeft, duw in de verstikking knop.
10.Verhuur een koude motor is kandidaat voor enkele
minuten. Begin werk wanneer de motor warm is. Om een
hete motor te beginnen, om de gaspedaal controle naar
een positie tussen SNELLE en LANGZAME te bewegen.
Grasmaaier met achterontlading
bedieningsman
aanwezigheid
motor
stoppen
wanneer
Figuur 27
Figuur 28
de
22