De batterij monteren en controleren
WAARSCHUWING: Voor het installeren van de
batterij, verwijder alle metalen armbanden, pols
horloge banden, ringen en andere metalen
voorwerpen van uw handen of andere gebieden die
contact met de batterij misschien binnenstappen
zullen. Ontroerend deze onderdelen naar de batterij zouden in
brandwonden kunnen resulteren.
1. Vul de zes batterij cellen met de elektrolyt. (Figuur 4)
Figuur 4
WARSCHUWING: De batterij elektrolyt is gevaarlijk. Gebruik
werk handschoenen en volg de veiligheidsinstructies van de
batterij fabrikant.
2. Verwijder het deksel (5) naar andere positie. (Figuur 5)
3. Plaats de batterij (2) in zijn compartiment onder de
instrument raad.
4. Verbind de rode kabel naar het positieve (4) eind(+) en
de zwarte kabel naar het negatief (1) eind(–) gebruikend
de geleverde schroeven.
5. Vet de koppelstukken in en betaal aandacht rechts
locatie van het beschermende deksel en zijn polarteit.
6. Repareer de batterij met het spatbord (3) en bout.
7. Pas het deksel (5) op en beveilig met de bout (6).
BELANGRIJK: Beschuldig altijd helemaal de
batterij volgens de instructies in het handboek van
de batterij.
BELANGRIJK: Om het veiligheidsapparaat in de
elektronicakaart van het snijden in te voorkomen,
begin nooit de motor tot de batterij helemaal
beschuldigd is!
WARSCHUWING: Volg de batterij de instructies
van fabrikant aangaande brandkast behandeling
en beschikking.
15
Figuur 5
Grasmaaier met achterontlading
Het stuurwiel regelen
1. Plaats de gazonmaaier op de vlakke oppervlakte.
2. Plaats de voorste wielen van de gazonmaaier zo dat zij
recht vooraan richten. (Figuur 6)
3. Glijd het stuurrad (1) op de stuurschacht uitbreiding.
(Figuur 7)
4. Plaats stuurrad bijgevolg dat de kruisbars horizontaal
(van links naar rechts) is.
NB: Op beide stuurrad centrum en de stuurschacht
uitbreiding die er is die speld gat vindt. Zodra het
stuurrad geplaatst is geworden, verzeker dat het dat
speld gat vindt bij het gat op de stuurschacht uitbreiding
past.
Figuur 7
5. Voeg de speld leverde (2) in het gat in en gebruik een
hamer om aan de speld te rijden. (Figuur 8) de Controle
te verzekeren dat het einde volledig door naar de
tegenover gestelde zijde komt.
NB: En te voorkomen beschadigen van het centrum wij
raden rijden aan de speld met een slag of een
schroevendraaier van de zelfde diameter als de speld
aan.
6. De ruk op het stuurrad te vergewissen zich ervan dat
het plaats is opgesloten geworden.
Figuur 8
Figuur 6
15