Brandstofniveau
1. De motor zou van brandstapel (niet olie vermengde)
brandstof moeten gelopen worden.
2. Voorbij de lager rand van het vulling gat niet vult.
3. Over maximaal niveau niet vult.
WAARSCHUWING: Benzine is zeer in brandbaar.
Niet vult wanneer de motor warm is.
4. Niet te vol doe de tank sinds de benzine kan
uitbreiden en overstromen.
5. Vergewist u zich ervan dat het benzine hoofddeksel
veilig na vulling is aangehaald.
6. Sla benzine in een koele plaats in een geschikte
verpakking voor motor brandstof op.
7. Controleer de benzine tank en pijpen voor enig
lekken.
8. En hertank gebruikt een gaat door een nauwe
opening, maar vult de tank niet volledig.
9. De capaciteit van de brandstoftank is ongeveer 7
liter.
GEVAAR: HERTANK, ZOU MOETEN
UITGEVOERD WORDEN IN EEN OPEN GOED
VENTILLATED GEBIED MET MOTOR GESTOPT.
ZICH ALTIJD HERINNER DAT BENZINE
UITWASEMINGEN ONTVLAMBAAR ZIJN. NEEMT
GENE NAAKTE VLAM NAAR DE OPENING VAN
DE TANK OM DE INHOUD VAN TANK EN TE ZIEN
ROOKT WANNEER HET HERTANKEN NIET.
Figuur 20
BELANGRIJK: Benzine op het plastic te
vermijden verwoesten hen niet druipt. In het
geval van toevallige lekken spoel
onmiddellijk met water.
10. Gebruik altijd een veiligheidsbrandstofverpakking.
11. Voor u brandstof toevoegt, stop de motor en verliet
de motor afkoelt voor enkele minuten.
12. NB: Eigenlijke ondersteunde paardenkracht
waarschijnlijke wens is lager schuld om beperkingen
en milieufactoren te bedienen.
BELANGRIJK: Deze eenheid is met een
verbrandingsmotor uitgerust en moet niet
op of nabij enig vorst bedekte, borstel
bedekte of gras bedekte land gebruikt
worden tenzij het uitlaatstoffen systeem van
de motor met een vonk is uitgerust die
toepasbare plaatselijke of staatswet (indien
enig) ontmoet. Indien een vonk gebruikt
word, moet het in doeltreffende werking
bestelling door de bedieningsman
gehandhaafd worden.
18
Het bevestigen van de grasvanger.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit de machine
zonder hebbend gepast de grasvanger.
BELANGRIJK: De grasverpakking wordt door de
microschakelaar gecontroleerd die de motor uitdoet
voor het geval dat de rit op is en apparaat wordt
losgekoppeld. Het is gevaarlijk om dit apparaat te
beschadigen of om zijn operatie te beperken.
Figuur 21
1. Kantel de grasvanger en
dan haak in de gleuven.
(Figuur 21)
1. Controleer dat de bladeren goed naar hun centra zijn
gescherpt en standvastig gerepareerd.
2. Slecht trekken gescherpte bladeren goed aan het gras
en veroorzaken het gazon om geel te draaien.
3. Losse bladeren zullen ongewone trillingen tijdens de
maaiende operatie veroorzaken en kunnen gevaarlijk
zijn.
4. NB: Draag sterke handschoenen wanneer behandelen
de bladeren.
Controlelijst
De volgende controlelijst is ontwikkeld geworden met de
voorbereiding van uw nieuwe gazonmaaier voor operatie te
helpen:
□ Alle vergadering instructies zijn vervolledigd geworden.
□ Geen blijven losse delen in karton.
□ De batterij is goed klaargemaakt en beschuldigd.
(Minimum 1 uur aan 6 ampères).
□ De stoel is veilig geregeld aangenaam en aangehaald.
□ Alle banden zijn goed opgeblazen. (Voor het
verschepen van doelen, de banden waren over opgeblazen
aan de fabriek).
□ Wees zeker maaier dek goed is genivelleerd zijde tot
zijde/voor tot achter voor best snijdende resultaten.
(Banden moeten goed voor het nivelleren opgeblazen
worden).
□ Controle maaier en rit omgorden. Wees zeker zij zijn
gestuurd goed rond katrollen en in iedereen omgordt
oppassers.
□ Controleer bedrading. Zie dat alle aansluitingen nog
steeds veilig zijn en draden zijn goed vastgeklemd.
□ Vergewist u zich ervan dat de batterij kabels bevestigd
zijn
□ De motor olie is aan zijn gepast niveau.
□ De brandstoftank is met verse propere regelmatige
brandstof gevuld.
□ Word vertrouwd met alle controles, hun locatie en
functie. Bedien hen voor u de motor begint.
□
Wees zeker remsysteem is in brandkast bediening
voorwaarde.
WAARSCHUWING: Voor het doen van enig
vergadering of onderhoud naar de maaier,
verwijder de draad van de bougie.
Grasmaaier met achterontlading
Figuur 22
2. Laat dan de grasvanger
in positie neer. (Figuur
22)
18