ims PRO UNIMIG 200-2 Manuel D'utilisation page 36

HALF-AUTOMATISCHE LASSEN VAN STAAL/ RVS (MAG MODUS) (FIG 3-A)
De UNIMIG 200-2 is geschikt voor het lassen met de stalen of RVS draad van 0,6/0,8/ en 1.
De UNIMIG 250-4 is geschikt voor het lassen met de stalen of RVS draad van 0,8/1 en 1,2.
Het lasapparaat is standaard uitgerust voor Ø 1,0 stalen lasdraad (Ø 0,8/1 staal/RVS rollers). De invoerdraadroller is 0,8/1,0mm omkeerbaar. In dit
geval, plaats de roller zodat u 1,0mm kunt lezen.
Voor het lassen van staal of RVS dient u een specifiek argon + CO2 (Ar + CO2 ) gas te gebruiken. CO2 verhouding kan variëren afhankelijk van
gebruik. Voor keuze van gas, vraag advies aan de gashandelaar. De gasstroom voor staal is tussen 8 en 12 L/m afhankelijk van de werkomgeving en
ervaring van de lasser.
HALF-AUTOMATISCHE ALUMINIUM LASSEN (FIG 3-B)
De UNIMIG 200-2 is geschikt voor het lassen met aluminium draad van 0,8 en 1 mm. (figure B)
De UNIMIG 250-4 is geschikt voor het lassen met aluminium draad van 1 mm en 1,2 mm. (figuur B)
Voor het lassen van aluminium dient u een neutraal Argon puur (Ar) gas te gebruiken. Voor keuze van gas, vraag advies aan de gashandelaar. De
gasstroom is tussen 15 en 25 L/m afhankelijk van werkomgeving en ervaring van de lasser.
Hierbij de verschillen tussen het gebruik voor staal en aluminium:
• De druk van de aanvoerrollen van de draadroller op de draad: zet er minimale druk zodat u de draad niet beschadigt.
• Capillaire buis: verwijder de capillaire buis voor het aansluiten van de aluminium toorts op een teflon mantel.
• Toorts: gebruik een speciale aluminium toorts. Deze toorts heeft een teflon mantel om wrijving te verminderen.
• Niet de mantel bij de aansluiting afknippen! deze toorts wordt gebruikt om de draad vanaf de aanvoerrollen te geleiden. (zie schema B)
Contact buis: gebruik de contact buis SPECIAAL aluminium overeenkomstig met de diameter van de draad..
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN VAN DE HOGE RESISTENTIE STAAL
De UNIMIG 200-2 wordt aanbevolen door autofabrikanten voor de hardsolderen van hoge treksterkte platen met een cuprosilicium CuSi3 of CuAl8 of
cuproaluminium draad (Ø 0,8 mm en Ø 1 mm). De lasser dient een neutraal puur Argon gas (Ar) te gebruiken. Voor keuze van gas, vraag advies aan
de gashandelaar. De gasstroom is tussen 15 en 25 L/m.
GASAANSLUITING (FIG 4)
Schroef de mano-drukregelaar op de gasfles aan (1). Om gaslekkage te voorkomen, gebruikt u de klemmen van de accessoires doos.
Maximale gasdruk : 0,5 MPa (5 bars).
PROCEDURE VAN HET MONTEREN VAN BOBIJNEN EN TOORTSEN (FIG-4)
Open het deurtje van het apparaat
• Houd rekening met de aandrijving pen (3) van de spoel houder bij het plaatsen van de draadspoel.
• Indien er niet gelast wordt zet de rem van de bobijn (4) aan. In het algemeen, niet te strak aandraaien!
De aanvoerrollen (9) zijn met dubbele groef (Ø 0,8 / Ø 1 ; Ø 1 / Ø 1,2 ). De indicatie die u op de aanvoerrol kunt lezen is degene die wordt gebruikt.
Voor 0,8 draad, gebruik een 0,8 groef.
• Voor de eerste inbedrijfstelling:
- Draai de bevestigingsschroef van draadafvoer los (5-8)
- Plaats de rollers
- Plaats vervolgens de draadafvoer (7) zo dicht mogelijk maar zonder contact bij de roller, daarna draai de schroeven vast. (5-8)
• Om de wiel van de aandrukrollen (6) in te stellen: maak het los, druk op de toorts trekker om de motor op te starten, draai de bevestigingsschroef
terwijl u op de toorts trekker drukt. Vouw de draad in het mondstuk. Plaats een vinger op de gevouwen draad zodat die niet vooruit kan komen. De
instelling van de aandrukrollen is goed wanneer de rollen op de draad glijden zelfs als de draad aan het eind van de toorts vast zit.
Instelling van aandrukrollen wiel (6): voor staal zet op 3 en voor aluminium op 2.
KEUZE VAN DRAADSPOEL
Mogelijke configuraties:
Type draad
Staal
RVS
Alu
AG5
36
Gewicht (kg
Ø 300 15
Ø 200 5
Ø 200 5
Ø 300 7
Ø 200 2
* Gebruik de teflon mantel / contact buis speciaal aluminium Verwijder de capillaire buis
Ømm
UNIMIG
Ø Fil (mm)
0.6 / 0.8 / 1.0 / 1.2
0.6 / 0.8 / 1.0
0.8
1.0 / 1.2
0.8 / 1.0 / 1.2
UNIMIG 200-4
0.6 > 1
NL
Toorts Gas
x
Argon
+
x
CO2
x
x*
Zuiver argon
x*
UNIMIG 250-4
0.8 > 1.2